Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

David Copperfield
David Copperfield
David Copperfield
Ebook2,238 pages21 hours

David Copperfield

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

David Copperfield is een roman in het bildungsroman-genre van Charles Dickens, verteld door de gelijknamige David Copperfield, waarin hij zijn avonturen beschrijft tijdens zijn reis van kindertijd tot volwassenheid. Het werd als feuilleton gepubliceerd in 1849 en 1850 en vervolgens als boek in 1850.
David Copperfield is ook een autobiografische roman: "een zeer gecompliceerde verwevenheid van waarheid en uitvinding", met gebeurtenissen die volgden op Dickens 'eigen leven. Van de boeken die hij schreef, was het zijn favoriet. Het wordt "de triomf van de kunst van Dickens" genoemd en markeert een keerpunt in zijn werk, waarbij de romans van de jeugd en die van volwassenheid worden gescheiden.
LanguageNederlands
Release dateOct 21, 2023
ISBN9791222462356
Author

Charles Dickens

An international celebrity during his lifetime, Charles Dickens (1812­–1870) is widely regarded as the greatest novelist of the Victorian era. His classic works include A Christmas Carol, Oliver Twist, David Copperfield, Great Expectations, and A Tale of Two Cities, one of the bestselling novels of all time. When Dickens was twelve years old, his father was sent to debtors’ prison, and the boy was forced to work in a boot-blacking factory to support his family. The experience greatly shaped both his fiction and his tireless advocacy for children’s rights and social reform.

Related to David Copperfield

Titles in the series (3)

View More

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for David Copperfield

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    David Copperfield - Charles Dickens

    Charles Dickens

    Leven en Werken

    Inbegrepen David Copperfield

    ––––––––

    Christopher Ford

    2023

    Copyright © 2023 by Christopher Ford

    Inhound

    Inleiding

    Hoofdstuk 1: Jeugd en Vroege Leven

    Achtergrond en geboorte van Charles Dickens

    Zijn vroege jaren, familie en invloeden op zijn schrijven

    Hoofdstuk 2: Opkomst als Schrijver

    Eerste stappen in de literatuur en journalistiek

    Publicatie van The Pickwick Papers en doorbraak als schrijver

    Hoofdstuk 3: Maatschappelijke Betrokkenheid

    Dickens' aandacht voor sociale kwesties en zijn inzet voor sociale rechtvaardigheid

    Bespreking van romans als Oliver Twist, David Copperfield en hun kritiek op de samenleving

    Hoofdstuk 4: Creatieve Productiviteit

    Overzicht van Dickens' werken en hun unieke kenmerken

    Analyse van A Christmas Carol, Great Expectations, en andere bekende romans

    Hoofdstuk 5: Literaire Invloed

    Bespreking van Dickens' impact op de Engelse literatuur en literaire stijlen

    Verwijzing naar moderne auteurs die door hem beïnvloed zijn

    Hoofdstuk 6: Publiek Figuur en Lezingen

    Dickens als populaire spreker en publieke figuur

    Zijn lezingentours en het effect ervan op zijn roem

    Hoofdstuk 7: Persoonlijk Leven en Relaties

    Dickens' persoonlijke leven, inclusief zijn huwelijken en gezinsleven

    Verdieping in zijn complexe persoonlijkheid en persoonlijke uitdagingen

    Hoofdstuk 8: Laatste Jaren en Erfenis

    Beschrijving van Dickens' latere leven en zijn laatste literaire werken

    Zijn overlijden en de blijvende erfenis in de wereldliteratuur

    Conclusie

    Samenvatting van Dickens' nalatenschap en blijvende impact op de literaire wereld

    Het leven en de lotgevallen van David Copperfield

    VOORREDE

    Het leven en de lotgevallen van David Copperfield

    I

    II

    III

    IV

    V

    VI

    VII

    VIII

    IX

    XI

    XII

    XIII

    XIV

    XV

    XVI

    XVII

    XVIII

    XIX

    XX

    XXI

    XXII

    XXIII

    XXIV

    XXV

    XXVII

    XXVIII

    XXIX

    XXXI

    XXXII

    XXXIII

    XXXIV

    XXXV

    XXXVI

    XXXVII

    XXXVIII

    XXXIX

    XL

    XLI

    XLII

    XLIII

    XLIV

    XLV

    XLVI

    XLVII

    XLVIII

    XLIX

    L

    LI

    LII

    LIII

    LIV

    LV

    LVI

    LVII

    LVIII

    LIX

    LX

    LXI

    LXII

    LXIII

    LXIV

    Inleiding

    In de fascinerende wereld van de literatuur staat Charles Dickens als een onmiskenbare reus. Met zijn rijke verbeelding, scherpe observatievermogen en ongeëvenaarde vaardigheid in het portretteren van menselijke emoties, heeft hij de harten van lezers over de hele wereld veroverd. Zijn leven en werk vormen een buitengewone reis door de negentiende eeuw, een tijd van sociale omwenteling en ongekende veranderingen.

    Geboren op 7 februari 1812 in Portsmouth, Engeland, kwam Dickens voort uit een tijd waarin industrialisatie en maatschappelijke ongelijkheid het dagelijkse leven beheersten. Zijn eigen jeugdervaringen, waarin hij geconfronteerd werd met armoede en ontbering, droegen bij aan zijn diepgaande begrip van menselijk lijden en de menselijke natuur. Dit inzicht kwam tot uiting in zijn talrijke romans, waarvan velen dienden als felle aanklachten tegen de onrechtvaardigheden van zijn tijd.

    Dickens' literaire carrière begon met een knal met de publicatie van The Pickwick Papers in 1836, een komisch werk dat al snel zijn stempel drukte op het literaire landschap. Zijn vermogen om complexe personages te creëren, van helden tot schurken, en ze te laten evolueren in rijke verhalen, was een van zijn grootste talenten. Door zijn vaardigheid in het schetsen van uiteenlopende sociale klassen en het vastleggen van menselijke interacties, bracht Dickens de lezers in nauw contact met de wereld om hen heen.

    Wat Dickens echt onderscheidde, was zijn sociale betrokkenheid. Hij was niet alleen een meesterverteller, maar ook een fervent pleitbezorger van maatschappelijke verandering. Zijn romans zoals Oliver Twist, David Copperfield, en Hard Times brachten schrijnende ongelijkheid en de misstanden van zijn tijd aan het licht. Door zijn personages te laten worstelen met de uitdagingen van het leven, riep hij op tot empathie en verandering, en zette hij zijn lezers aan het denken over de wereld om hen heen.

    In de komende hoofdstukken zullen we dieper ingaan op de verschillende aspecten van het leven en werk van Charles Dickens. We zullen ontdekken hoe zijn creatieve genie de literaire wereld heeft beïnvloed, hoe zijn engagement bijdroeg aan sociale bewustwording en hoe zijn nalatenschap blijft voortleven in de harten van lezers en de geschiedenis van de literatuur.

    Hoofdstuk 1: Jeugd en Vroege Leven

    Achtergrond en geboorte van Charles Dickens

    Charles John Huffam Dickens werd geboren op 7 februari 1812 in Portsmouth, een havenstad in het zuiden van Engeland. Hij was de tweede van acht kinderen van John Dickens, een klerk in dienst van de Royal Navy, en Elizabeth Barrow.

    Zijn vroege jeugd was enigszins comfortabel, maar de familie Dickens kwam later in financiële problemen vanwege de roekeloze uitgaven van John Dickens. Dit leidde tot een neerwaartse spiraal en uiteindelijk tot het gezin in de schulden kwam te zitten. Deze moeilijke omstandigheden zouden een blijvende indruk maken op de jonge Charles en zouden later een grote invloed hebben op zijn literaire werk.

    Na verloop van tijd verhuisde het gezin naar Camden Town in Londen, in een poging om de schuldeisers te ontvluchten. Op slechts twaalfjarige leeftijd werd Charles uit school gehaald en moest hij gaan werken in een schoensmeerfabriek om financieel bij te dragen aan het gezin. Deze periode van zijn leven, die hij later beschreef als een van de meest pijnlijke en traumatische ervaringen, weerspiegelde de erbarmelijke omstandigheden waarin veel arbeiderskinderen in die tijd verkeerden.

    De ongelukkige gebeurtenissen uit zijn jeugd zouden Dickens altijd blijven achtervolgen en werden een belangrijke bron van inspiratie voor zijn latere romans, waarin hij de onrechtvaardigheden van de samenleving aankaartte en opriep tot hervorming. Zijn vermogen om de emotionele impact van armoede, onrecht en menselijk lijden te begrijpen en te beschrijven, was diepgeworteld in zijn eigen levenservaringen.

    De geboorte en achtergrond van Charles Dickens legden de basis voor zijn latere literaire werk, dat de kernwaarden van sociale rechtvaardigheid, mededogen en empathie weerspiegelde. Zijn persoonlijke geschiedenis, gekoppeld aan zijn buitengewone schrijftalent, zouden hem transformeren tot een van de meest invloedrijke en geliefde auteurs in de literatuurgeschiedenis.

    Zijn vroege jaren, familie en invloeden op zijn schrijven

    In de vroege jaren van Charles Dickens werd zijn wereld gevormd door een combinatie van familie-invloeden, levenservaringen en de omringende maatschappij. Zijn familie had een diepgaande invloed op zijn persoonlijkheid en zijn latere schrijven.

    Dickens' ouders, John en Elizabeth Dickens, brachten hun eigen dynamiek in het gezin. Zijn vader, John, had een onstabiele financiële situatie en werd uiteindelijk in de schulden gedreven. Deze omstandigheden maakten Dickens zeer bewust van de sociale ongelijkheid en economische moeilijkheden van zijn tijd. Zijn vaderschap en de verantwoordelijkheid voor het gezin tijdens moeilijke tijden zouden later terugkeren in zijn verhalen, waarin hij vaak het belang van familiebanden en de strijd tegen armoede benadrukte.

    Dickens' moeder, Elizabeth, daarentegen was liefdevol en inspirerend. Ze moedigde zijn liefde voor lezen en literatuur aan, en dit legde de basis voor zijn interesse in verhalen vertellen. De boeken die hij in zijn jeugd las, waaronder de werken van auteurs als Daniel Defoe, Henry Fielding en William Shakespeare, droegen bij aan de ontwikkeling van zijn literaire smaak en schrijfvaardigheden.

    Naarmate Dickens ouder werd, kwam hij in contact met verschillende aspecten van de samenleving. Zijn tijd als schoensmeerfabrieksarbeider en later als kantoorklerk bood hem een diepgaand inzicht in de omstandigheden van de arbeidersklasse en de sociale onrechtvaardigheid van zijn tijd. Deze ervaringen zouden een blijvende indruk achterlaten en zijn sociale bewustzijn aanscherpen.

    In zijn vroege tienerjaren begon Dickens zichzelf te onderwijzen, en hij ontwikkelde al snel een passie voor schrijven en journalistiek. Zijn eerste publicaties verschenen in kranten en tijdschriften, waar hij zijn observatievermogen en scherpe pen gebruikte om de maatschappij te analyseren.

    Al deze elementen samen, de invloed van zijn ouders, zijn eigen ervaringen en zijn zelfgestuurde literaire ontwikkeling, vormden de bouwstenen van Dickens' schrijfstijl en thematiek. Zijn diepgaande begrip van menselijke emoties, zijn vermogen om personages tot leven te brengen en zijn focus op sociale kwesties waren directe resultaten van deze vroege jaren en invloeden.

    Hoofdstuk 2: Opkomst als Schrijver

    Eerste stappen in de literatuur en journalistiek

    De eerste stappen van Charles Dickens in de wereld van literatuur en journalistiek markeren het begin van zijn opmerkelijke schrijverscarrière en de opkomst van zijn talent als een prominente stem in de literaire wereld.

    Zijn vroege ervaringen als kantoorklerk en zijn zelfgestuurde literaire educatie leidden tot zijn eerste literaire pogingen. Op 20-jarige leeftijd begon hij met het schrijven van korte verhalen en schetsen voor verschillende tijdschriften, waaronder The Monthly Magazine. Zijn talent voor het vastleggen van menselijke interacties en het creëren van levendige personages begon al snel op te vallen bij lezers.

    Een keerpunt in zijn carrière kwam met de publicatie van zijn eerste roman, The Pickwick Papers, in maart 1836. Het boek was oorspronkelijk bedoeld als een reeks komische schetsen, maar de populariteit ervan leidde tot de beslissing om het in boekvorm uit te geven. Het verhaal volgt de avonturen van de leden van de Pickwick Club, en het markeerde Dickens' debuut als romanschrijver. Het succes van dit werk vestigde zijn naam en bracht hem aanzienlijke bekendheid.

    Na The Pickwick Papers volgden er snel meer romans, waaronder Oliver Twist (1837), Nicholas Nickleby (1838) en The Old Curiosity Shop (1840-1841). Deze romans kenmerkten zich door hun levendige personages, humor en scherpe observatie van de samenleving. Dickens' vermogen om de lezer te laten lachen en huilen terwijl hij sociale kwesties aan de kaak stelde, vestigde zijn reputatie als een meesterverteller en een maatschappelijk geëngageerde schrijver.

    Tegelijkertijd zette Dickens zijn vaardigheden als journalist in om zijn inzichten over de maatschappij te delen. Hij begon bij verschillende kranten te werken, waaronder The Morning Chronicle. Als journalist versloeg hij politieke evenementen, gerechtszaken en sociale kwesties. Zijn scherpe pen en kritische blik maakten hem tot een invloedrijke commentator op het maatschappelijke toneel.

    De vroege stappen van Charles Dickens in de literatuur en journalistiek legden de basis voor zijn unieke stem en stijl. Zijn vermogen om complexe menselijke emoties vast te leggen, gecombineerd met zijn engagement voor sociale rechtvaardigheid, zou blijven groeien en evolueren in de vele meesterwerken die nog zouden volgen.

    Publicatie van The Pickwick Papers en doorbraak als schrijver

    De publicatie van The Pickwick Papers markeerde een keerpunt in het leven van Charles Dickens en betekende zijn doorbraak als schrijver. Dit werk, oorspronkelijk bedoeld als een reeks humoristische schetsen, groeide uit tot een van de meest populaire en invloedrijke romans van zijn tijd.

    The Pickwick Papers werd voor het eerst gepubliceerd in maart 1836 in de vorm van afleveringen die verschenen in het tijdschrift The Posthumous Papers of the Pickwick Club. Het verhaal volgt de avonturen van de excentrieke heer Samuel Pickwick en zijn reisgenoten terwijl ze door het Engelse platteland trekken. De humoristische en satirische observaties van Dickens over de menselijke natuur en de samenleving maakten het werk al snel populair bij lezers van alle lagen van de bevolking.

    Wat The Pickwick Papers onderscheidde, was de levendige beschrijving van personages en situaties, evenals de mengeling van komedie en pathos. Dickens wist met zijn scherpe observatievermogen en briljante dialoog een rijke wereld te creëren die zowel grappig als ontroerend was. Zijn personages waren levendig en herkenbaar, en ze werden snel geliefde figuren voor lezers.

    De populariteit van The Pickwick Papers groeide gestaag met elke aflevering, en al snel verlangden lezers naar de nieuwste ontwikkelingen in het verhaal. De kracht van het werk lag in de manier waarop Dickens verschillende lagen van de maatschappij portretteerde en tegelijkertijd de absurditeit en complexiteit van menselijke interacties benadrukte.

    Door de ongekende populariteit van The Pickwick Papers werd Dickens plotseling een beroemdheid in literaire kringen. Zijn schrijfstijl en thematiek trokken de aandacht van zowel critici als lezers, en hij werd al snel beschouwd als een veelbelovende nieuwe stem in de literaire wereld. Zijn vermogen om sociale kwesties aan te kaarten, gecombineerd met zijn meesterlijke verhalenvertelling, vestigde zijn reputatie als een schrijver met een unieke visie op de menselijke ervaring.

    De doorbraak van The Pickwick Papers als schrijver betekende het begin van een vruchtbare carrière voor Dickens, waarin hij nog vele meesterwerken zou schrijven die de literaire wereld zouden beïnvloeden en zijn plaats als een van de grootste auteurs aller tijden zouden bevestigen.

    Hoofdstuk 3: Maatschappelijke Betrokkenheid

    Dickens' aandacht voor sociale kwesties en zijn inzet voor sociale rechtvaardigheid

    Charles Dickens staat bekend om zijn diepgaande betrokkenheid bij sociale kwesties en zijn vastberaden inzet voor sociale rechtvaardigheid. Zijn romans fungeerden niet alleen als verhalen, maar ook als krachtige instrumenten om onrechtvaardigheden aan de kaak te stellen en verandering te bewerkstelligen in de maatschappij.

    In zijn romans verweefde Dickens vaak zijn persoonlijke ervaringen en observaties van de samenleving. Zijn jeugdige ervaringen met armoede en ontbering, evenals zijn eigen strijd om zijn weg te vinden in de wereld, vormden de basis voor zijn diepe empathie voor de armen en kansarmen. Deze persoonlijke achtergrond zorgde ervoor dat zijn personages authentiek en levensecht aanvoelden, en het stelde hem in staat om de menselijke strijd en het lijden nauwkeurig te beschrijven.

    Werken als Oliver Twist brachten de harde realiteit van het leven in het arbeidersmilieu naar voren, terwijl David Copperfield de uitdagingen en triomfen van de hoofdpersoon illustreerde. Hard Times bekritiseerde de utilitaire filosofie van de industriële samenleving en Bleak House onderzocht de problemen van het rechtssysteem.

    Dickens gebruikte zijn romans als platform om onrechtvaardigheden en misstanden te belichten. Hij bracht de aandacht naar problemen zoals kinderarbeid, huisvestingsproblemen, schuldslavernij, en het falende rechtsstelsel. Zijn verhalen waren een krachtige aanklacht tegen de negatieve aspecten van de samenleving en riepen op tot verandering.

    Zijn sociale betrokkenheid ging verder dan alleen zijn fictieve werken. Dickens was actief betrokken bij liefdadigheidsinstellingen en zette zich in voor verbetering van de leefomstandigheden van de minder bedeelden. Hij hielp bij het oprichten van een huis voor 'gevallen vrouwen', en zijn publieke optredens en lezingen waren vaak gericht op het vergroten van het bewustzijn over sociale problemen.

    In het algemeen kan worden gesteld dat Charles Dickens niet alleen een literair genie was, maar ook een pionier op het gebied van sociale bewustwording en rechtvaardigheid. Zijn werken blijven tot op de dag van vandaag relevant omdat ze ons herinneren aan de kracht van de literatuur om verandering teweeg te brengen en de stem te zijn van degenen die anders niet gehoord zouden worden.

    Bespreking van romans als Oliver Twist, David Copperfield en hun kritiek op de samenleving

    Oliver Twist en David Copperfield zijn twee van de meest iconische werken van Charles Dickens, en beide romans belichten scherpe kritieken op de sociale en economische omstandigheden van hun tijd.

    Oliver Twist (1837-1839):

    Dit verhaal volgt het leven van Oliver, een weesjongen die in een weeshuis wordt geplaatst en later in de criminaliteit terechtkomt. Het boek schetst een grimmig beeld van de armoede en de duistere onderwereld van het negentiende-eeuwse Londen. Dickens toont de meedogenloosheid van het armenhuis en de uitbuiting van kinderen door criminele bendes, zoals onder leiding van de schurkachtige Fagin.

    De roman benadrukt de ongelijkheid in de samenleving en de moeilijkheden waarmee de armen werden geconfronteerd. Het personage van Oliver symboliseert onschuld en de zoektocht naar een beter leven, maar hij wordt voortdurend tegengewerkt door een systeem dat de armen lijkt te verpletteren. Het werk pleit voor mededogen en sociale hervorming en schetst een krachtige aanklacht tegen de onrechtvaardigheden en onmenselijkheid van die tijd.

    David Copperfield (1849-1850):

    David Copperfield kan gedeeltelijk worden gezien als een semi-autobiografische roman, en het volgt het leven van de jonge David vanaf zijn turbulente jeugd tot volwassenheid. De roman biedt een breed scala aan personages en sociale situaties, die het leven van verschillende klassen in de samenleving weerspiegelen.

    Het verhaal richt zich op thema's als sociale mobiliteit, onderwijs en de uitbuiting van arbeiders. David's ervaringen als leerling in een fabriek en later als klerk benadrukken de onrechtvaardigheden en uitbuiting van arbeiders. Tegelijkertijd portretteert de roman het klassenverschil door de rijke en aristocratische figuren, zoals de harteloze en extravagante tante Betsey Trotwood.

    Met David Copperfield bekritiseert Dickens de rigide klassenstructuur en de uitbuiting van de armen. Hij schetst het belang van onderwijs en zelfontplooiing als middel tot sociale vooruitgang. Het personage van David zelf is een voorbeeld van een persoon die door hard werken en vastberadenheid een beter leven weet te bereiken.

    Beide romans zijn meesterwerken in de literatuurgeschiedenis en belichamen Dickens' vermogen om diepgaande sociale kwesties te onderzoeken en tegelijkertijd levendige en gedenkwaardige personages te creëren. Ze benadrukken de noodzaak van empathie, mededogen en sociale hervorming, en hun boodschappen blijven nog steeds relevant in de moderne tijd.

    Hoofdstuk 4: Creatieve Productiviteit

    Overzicht van Dickens' werken en hun unieke kenmerken

    Charles Dickens produceerde een rijke verzameling van romans, verhalen en novellen die variëren in stijl, thematiek en toon. Hier is een overzicht van enkele van zijn meest opmerkelijke werken en hun unieke kenmerken:

    The Pickwick Papers (1836-1837):

    Kenmerken: Humoristische schetsen, levendige personages, satirische observaties van de samenleving.

    Oliver Twist (1837-1839):

    Kenmerken: Kritiek op armoede, kinderuitbuiting en de duistere kant van het Victoriaanse Londen.

    Nicholas Nickleby (1838-1839):

    Kenmerken: Kritiek op onderwijsinstellingen, levendige personages, mix van humor en sociale kritiek.

    The Old Curiosity Shop (1840-1841):

    Kenmerken: Sentimentaliteit, thema's van verlies en opoffering, kritiek op hebzucht.

    David Copperfield (1849-1850):

    Kenmerken: Semi-autobiografisch, thema's van sociale mobiliteit, arbeidersuitbuiting en karakterontwikkeling.

    Bleak House (1852-1853):

    Kenmerken: Gelaagde verhaallijnen, satire op het juridische systeem, aandacht voor sociaal onrecht.

    Hard Times (1854):

    Kenmerken: Kritiek op utilitarisme, industrialisatie, nadruk op de waarde van menselijkheid en emotie.

    Little Dorrit (1855-1857):

    Kenmerken: Kritiek op de gevangenissystemen, financiële corruptie, aandacht voor morele thema's.

    A Tale of Two Cities (1859):

    Kenmerken: Historische roman, thema's van revolutie, opoffering en wedergeboorte.

    Great Expectations (1860-1861):

    Kenmerken: Coming-of-age verhaal, thema's van identiteit, klassenverschil, moraliteit en verlossing.

    Our Mutual Friend (1864-1865):

    Kenmerken: Kritiek op materialisme, corruptie, complexe verhaallijnen en karakterontwikkeling.

    The Mystery of Edwin Drood (onvoltooid, 1870):

    Kenmerken: Mysterieschrijven, onvoltooide plot, verhaallijnen rond misdaad en identiteit.

    Elk van deze werken draagt bij aan Dickens' reputatie als een schrijver die diepgaande maatschappelijke kwesties aan de kaak stelde en tegelijkertijd menselijkheid, humor en empathie in zijn verhalen verwerkte. Zijn vermogen om complexe personages tot leven te brengen en de menselijke conditie te verkennen, is een kenmerk dat al zijn werken verbindt.

    Analyse van A Christmas Carol, Great Expectations, en andere bekende romans

    Christmas Carol (1843):

    Deze novelle is een van Dickens' meest geliefde werken en heeft een blijvende impact op de viering van Kerstmis. Het verhaal van Ebenezer Scrooge, een gierige en egoïstische oude man die door drie geesten wordt bezocht, onderzoekt thema's van empathie, menselijkheid en verlossing. Door de transformatie van Scrooge van een bittere vrek naar een liefdadige en medelevende persoon, illustreert Dickens de kracht van innerlijke verandering en de ware betekenis van Kerstmis.

    Great Expectations (1860-1861):

    Dit is een complexe coming-of-age roman die draait om de levensreis van Pip, een weesjongen met grote ambities. Het boek onderzoekt thema's van klassenverschil, identiteit, ambitie en moraliteit. De relatie tussen Pip en Estella, een meisje dat hij idealiseert, belicht de illusies van sociale aspiraties. Het boek stelt vragen over zelfontdekking, de impact van geld en status, en de morele implicaties van persoonlijke keuzes.

    Andere bekende werken:

    Nicholas Nickleby (1838-1839):

    Deze roman gaat over de avonturen van Nicholas en zijn strijd tegen sociale onrechtvaardigheid. Het boek onderzoekt de uitbuiting van kinderen op kostscholen en de schaduwzijde van de theaterwereld.

    Bleak House (1852-1853):

    Deze roman onthult de verstrengeling van de rechtspraak met bureaucratie en persoonlijke intriges. De verhaallijnen zijn geweven rond een rechtszaak die decennia duurt, en het boek legt de corruptie en traagheid van het juridische systeem bloot.

    Little Dorrit (1855-1857):

    Het verhaal van Amy Dorrit, een jonge vrouw die opgroeit in een gevangenisachtige omgeving van schuldenaren. De roman onderzoekt de impact van financiële druk op het individu en de complexe relaties tussen mensen uit verschillende sociale klassen.

    A Tale of Two Cities (1859):

    Gevestigd tegen de achtergrond van de Franse Revolutie, onderzoekt deze roman thema's van opoffering, wedergeboorte en de drang naar vrijheid. De karakterontwikkeling en de spanning tussen Londen en Parijs dragen bij aan de diepte van het verhaal.

    Deze romans belichamen Dickens' talent om zowel individuele ervaringen als brede maatschappelijke thema's te verkennen. Zijn vermogen om levendige personages te creëren en complexe sociale kwesties te behandelen, heeft zijn werken tijdloos gemaakt en zijn blijvende impact op de literatuurgeschiedenis verzekerd.

    Hoofdstuk 5: Literaire Invloed

    Bespreking van Dickens' impact op de Engelse literatuur en literaire stijlen

    De impact van Charles Dickens op de Engelse literatuur is enorm en veelzijdig. Hij wordt beschouwd als een van de meest invloedrijke schrijvers van zijn tijd en zijn nalatenschap strekt zich uit over zowel literaire als sociale terreinen.

    Literaire Stijl en Innovatie:

    Dickens' literaire stijl was vernieuwend en herkenbaar. Hij creëerde levendige en onvergetelijke personages, vaak met bijnamen die hun essentie vastlegden, zoals Scrooge, Uriah Heep en Miss Havisham. Zijn gebruik van dialogen en dialecten gaf zijn personages een authentieke stem. Zijn vaardigheid in het combineren van komedie en tragedie, humor en pathos, gaf zijn werken een menselijke en emotionele diepgang.

    Sociale Bewustwording en Hervorming:

    Dickens was niet bang om sociale onrechtvaardigheden aan de kaak te stellen. Zijn romans waren een krachtige kritiek op de maatschappij van zijn tijd, waarin armoede, uitbuiting en ongelijkheid wijdverbreid waren. Zijn beschrijvingen van armoede en sociale problemen inspireerden een groter bewustzijn en pleitten voor verandering. Zijn impact reikte verder dan alleen literatuur en had invloed op sociale hervormingsbewegingen.

    Popularisering van Seriële Publicatie:

    Dickens' werken werden vaak in afleveringen gepubliceerd in tijdschriften voordat ze als volledige romans werden uitgebracht. Deze methode van seriële publicatie maakte zijn werken toegankelijker voor een breder publiek en hielp bij het opbouwen van spanning en verwachting bij de lezers.

    Versterking van Het Realisme:

    Dickens' schrijfstijl was doordrenkt van realisme en detail. Hij portretteerde de maatschappij met een ongeëvenaarde nauwkeurigheid, inclusief de atmosfeer, de geuren, de geluiden en het dagelijks leven. Dit realisme hielp zijn verhalen levendig en overtuigend te maken, en het had invloed op latere realistische en naturalistische schrijvers.

    Invloed op Andere Schrijvers:

    Dickens' unieke vermogen om complexe personages en uitgebreide verhaallijnen te creëren, evenals zijn aandacht voor sociale thema's, inspireerde vele schrijvers na hem. Zijn invloed is te zien in het werk van auteurs als Leo Tolstoy, George Eliot, en zelfs hedendaagse auteurs die zich bezighouden met maatschappelijke kwesties en menselijke emoties.

    In het algemeen heeft Charles Dickens de Engelse literatuur verrijkt en geherdefinieerd. Zijn vermogen om het menselijk hart en de maatschappij te doorgronden, zijn literaire innovaties en zijn pleidooi voor sociale rechtvaardigheid hebben zijn werken tot tijdloze meesterwerken gemaakt, die nog steeds worden gelezen en gewaardeerd door lezers over de hele wereld.

    Verwijzing naar moderne auteurs die door hem beïnvloed zijn

    Charles Dickens heeft een blijvende invloed gehad op de literatuur en heeft de weg geplaveid voor vele moderne auteurs die zich hebben laten inspireren door zijn stijl, thema's en sociale bewustwording. Hier zijn enkele moderne auteurs die door Dickens zijn beïnvloed:

    Salman Rushdie:

    Rushdie's roman Midnight's Children toont invloeden van Dickens' uitgebreide personagegalerij en complexe verhaallijnen. Net als Dickens gebruikt Rushdie humor en satire om diepgaande maatschappelijke en politieke kwesties aan te kaarten.

    Zadie Smith:

    Smith's werk, zoals White Teeth, heeft vergelijkbare humor en een breed scala aan personages zoals te vinden is in Dickens' romans. Ze schuwt ook niet voor het verkennen van sociale en multiculturele aspecten van de samenleving.

    Neil Gaiman:

    Gaiman's fantasievolle werken tonen Dickens-achtige personages en ongebruikelijke, soms groteske situaties. Zijn aandacht voor het bovennatuurlijke en het alledaagse doet denken aan de combinatie van humor en duisternis die je in Dickens' werk vindt.

    Hilary Mantel:

    Mantel's historische romans, zoals de Wolf Hall trilogie, bevatten complexe personages en sociale kritiek vergelijkbaar met die van Dickens. Haar aandacht voor het verleden en haar vermogen om historische details te vermengen met emotionele diepte tonen gelijkenissen met Dickens' realisme.

    J.K. Rowling:

    Hoewel Rowling's Harry Potter-serie zich in een fantasywereld afspeelt, weerspiegelt het werk van Dickens' aandacht voor maatschappelijke ongelijkheid, klassenverschil en de strijd tussen goed en kwaad.

    Ian McEwan:

    McEwan's werk, zoals Atonement, bevat complexe karakterstudies en onderzoekt de gevolgen van persoonlijke keuzes, net zoals Dickens' romans vaak deden.

    Arundhati Roy:

    Roy's The God of Small Things combineert elementen van magisch realisme met een aandacht voor maatschappelijke onderwerpen, vergelijkbaar met de manier waarop Dickens sociale kritiek in zijn fictie verweefde.

    Deze auteurs hebben op verschillende manieren elementen van Dickens' schrijfstijl en thematiek geïntegreerd in hun eigen werk, waardoor zijn erfenis levend blijft en zich aanpast aan moderne literaire contexten.

    Hoofdstuk 6: Publiek Figuur en Lezingen

    Dickens als populaire spreker en publieke figuur

    Naast zijn rol als schrijver was Charles Dickens een opmerkelijke publieke figuur en een populaire spreker tijdens zijn leven. Zijn optredens als spreker droegen bij aan zijn bekendheid en boden hem de mogelijkheid om zijn ideeën en opvattingen rechtstreeks met het publiek te delen.

    Dickens begon al vroeg in zijn carrière met het geven van openbare lezingen en optredens. Hij las voor uit zijn eigen werken en speelde vaak verschillende personages, wat zijn verhalen tot leven bracht voor het publiek. Zijn levendige voordracht en het gebruik van verschillende stemmen en accenten gaven zijn lezingen een theatrale en meeslepende kwaliteit.

    Een van zijn meest beroemde lezingen was de soloperformance van A Christmas Carol, waarbij hij het verhaal voorlas en de personages tot leven bracht. Deze lezingen werden populair en trokken grote menigten. Dickens gebruikte ook lezingen als een manier om inkomsten te genereren, aangezien hij financiële moeilijkheden had ondanks zijn schrijfsucces.

    Wat Dickens als spreker onderscheidde, was zijn vermogen om zijn sociale en morele opvattingen in zijn lezingen te verweven. Hij gebruikte zijn podium om kwesties zoals armoede, onderwijs en sociale rechtvaardigheid aan de kaak te stellen. Zijn lezingen waren niet alleen vermakelijk, maar ook bewustmakend en uitdagend. Hij was niet bang om zijn mening te geven over politieke en sociale kwesties van zijn tijd.

    Dickens' populariteit als spreker en publieke figuur bracht hem in contact met een breed scala aan mensen, van adel tot arbeidersklasse. Zijn vermogen om een breed publiek te bereiken en te boeien, versterkte zijn positie als een van de meest invloedrijke figuren van zijn tijd. Zijn nalatenschap als spreker heeft bijgedragen aan zijn blijvende invloed op de literatuur en het maatschappelijk bewustzijn.

    Zijn lezingentours en het effect ervan op zijn roem

    De lezingentours van Charles Dickens hadden een aanzienlijke impact op zijn roem en populariteit, zowel in Engeland als in andere delen van de wereld. Deze tours waren een unieke kans voor Dickens om rechtstreeks in contact te komen met zijn lezers en hen te betrekken bij zijn verhalen en ideeën.

    Tijdens zijn lezingentours las Dickens voor uit zijn eigen werken, bracht hij personages tot leven en voerde hij soms zelfs dialogen tussen verschillende personages, waarbij hij gebruik maakte van verschillende stemmen en intonaties. Dit gaf zijn lezingen een theatrale kwaliteit en maakte ze tot een entertainmentervaring op zich.

    De effecten van Dickens' lezingentours op zijn roem waren opmerkelijk:

    Vergroting van Bekendheid: De lezingen boden Dickens de gelegenheid om zijn verhalen en literaire stijl op een levendige en meeslepende manier te presenteren. Hierdoor konden mensen die anders misschien niet in staat waren geweest om zijn boeken te lezen, toch genieten van zijn verhalen en karakteristieke stem.

    Publieke Betrokkenheid: De interactie tussen Dickens en zijn publiek tijdens de lezingen versterkte de band tussen hen. Hij werd niet alleen gezien als een auteur, maar als een entertainer die direct contact maakte met zijn lezers. Dit vergrootte de betrokkenheid en emotionele band van het publiek met zijn werken.

    Financieel Succes: Dickens had financiële problemen en de inkomsten uit de lezingentours waren voor hem van groot belang. De lezingen waren zeer winstgevend en boden hem een stabiele bron van inkomsten, wat hielp bij het aanpakken van zijn financiële moeilijkheden.

    Verspreiding van Ideeën: Tijdens de lezingen besprak Dickens niet alleen zijn verhalen, maar ook maatschappelijke kwesties en zijn eigen opvattingen. Dit maakte de lezingen tot een platform waarop hij zijn sociale en morele opvattingen kon delen en zijn publiek kon aansporen tot bewustwording en verandering.

    Internationale Invloed: De lezingentours brachten Dickens ook internationale roem. Hij voerde lezingen uit in de Verenigde Staten en andere delen van de wereld, waar hij een breed publiek bereikte en zijn literaire invloed verspreidde.

    In essentie hebben Dickens' lezingentours zijn status als literaire gigant versterkt en zijn impact op de literatuur en de maatschappij vergroot. Ze hebben zijn werk toegankelijker gemaakt voor mensen van verschillende achtergronden en hebben bijgedragen aan zijn blijvende invloed als schrijver en publieke figuur.

    Hoofdstuk 7: Persoonlijk Leven en Relaties

    Dickens' persoonlijke leven, inclusief zijn huwelijken en gezinsleven

    Charles Dickens had een interessant en soms complex persoonlijk leven, dat zowel hoogte- als dieptepunten kende. Hier zijn enkele belangrijke aspecten van zijn persoonlijke leven, inclusief zijn huwelijken en gezinsleven:

    Eerste Huwelijk (1836-1858):

    Dickens trouwde met Catherine Hogarth in 1836, en ze kregen samen tien kinderen. In het begin van hun huwelijk leken ze gelukkig, maar in de loop der jaren ontstonden er spanningen en conflicten tussen hen. Hun verschillende persoonlijkheden en interesses speelden hierbij een rol. Hoewel Dickens Catherine financieel ondersteunde na hun scheiding, zorgde de publieke aard van hun scheiding voor roddels en veroorzaakte het enige controverse.

    Tweede Huwelijk (1858-1870):

    Na zijn scheiding van Catherine trouwde Dickens met Ellen Ternan, een jonge actrice. Hij was erg discreet over deze relatie en probeerde het geheim te houden voor het publiek. Ze hadden een grotendeels privéleven, maar Ellen had duidelijk invloed op Dickens' latere werken en misschien zelfs op zijn creatieve energie.

    Gezinsleven:

    Dickens was een toegewijde vader en hechtte veel waarde aan zijn kinderen. Hij schreef hen brieven en creëerde fantasieverhalen voor hen. Zijn ervaringen als vader en zijn zorg om hun welzijn zijn terug te zien in sommige van zijn verhalen, zoals zijn beschrijving van het lot van arme kinderen in zijn romans.

    Sociale Activiteiten:

    Dickens was betrokken bij liefdadigheidswerk en zette zich in voor sociale rechtvaardigheid. Hij richtte een huis op voor gevallen vrouwen en zette zich in voor hervormingen in gevangenissen en de behandeling van armen. Deze betrokkenheid kwam voort uit zijn persoonlijke ervaringen met armoede en sociale onrechtvaardigheid.

    Fysieke en Emotionele Struggles:

    Ondanks zijn succesvolle carrière als schrijver en spreker, leed Dickens aan persoonlijke en gezondheidsproblemen. Hij kampte met perioden van depressie en had een veeleisende werklast. Deze uitdagingen kunnen van invloed zijn geweest op zijn relaties en zijn creatieve proces.

    Al met al was Dickens' persoonlijke leven complex en gevarieerd, gekenmerkt door zowel triomfen als moeilijkheden. Zijn ervaringen en emoties vonden hun weerspiegeling in zijn literaire werken, waardoor ze een diepte en menselijkheid kregen die nog steeds lezers van over de hele wereld aanspreekt.

    Verdieping in zijn complexe persoonlijkheid en persoonlijke uitdagingen

    Charles Dickens' persoonlijkheid was rijk en complex, met zowel bewonderenswaardige eigenschappen als persoonlijke uitdagingen. Hier zijn enkele aspecten die zijn complexiteit laten zien:

    Energie en Creativiteit:

    Dickens stond bekend om zijn tomeloze energie en werkethiek. Hij schreef niet alleen romans, maar was ook een populaire spreker en betrokken bij verschillende sociale en liefdadigheidsactiviteiten. Zijn creativiteit was grenzeloos en zijn vermogen om complexe personages en verhaallijnen te creëren, heeft de literatuur blijvend beïnvloed.

    Moreel Bewustzijn:

    Dickens was diep betrokken bij sociale rechtvaardigheid en geloofde in het aan de kaak stellen van maatschappelijke onrechtvaardigheden. Zijn romans waren vaak vehikels voor kritiek op armoede, uitbuiting en klassenverschillen. Zijn morele overtuigingen vertaalden zich in zijn literaire werk en publieke optredens.

    Emotionele Complexiteit:

    Zijn werk toont een rijke emotionele reikwijdte en reflecteert zijn eigen emotionele complexiteit. Hij kende periodes van vreugde en geluk, maar ook van depressie en onzekerheid. Deze emotionele diepgang komt tot uiting in de verschillende tonen van zijn verhalen, van humor en satirische scherpte tot pathos en sentiment.

    Familiale Relaties:

    Zijn huwelijken en relaties met vrouwen speelden een rol in zijn persoonlijke leven en werden ook weerspiegeld in zijn fictie. Zijn scheiding van Catherine en zijn geheime relatie met Ellen Ternan tonen een complexe kant van zijn privéleven. Deze persoonlijke uitdagingen kunnen hebben bijgedragen aan zowel zijn creatieve bronnen als zijn persoonlijke conflicten.

    Gezondheidsproblemen:

    Dickens leed aan verschillende gezondheidsproblemen, waaronder depressie, migraine en fysieke kwalen. Zijn gezondheidsuitdagingen en de druk van zijn drukke schema kunnen van invloed zijn geweest op zijn emotionele toestand en werk.

    Turbulente Jeugd:

    Zijn vroege ervaringen van armoede en ontbering, evenals zijn werk in een zwarteingangsfabriek, vormden de basis voor zijn empathie voor de armen en kansarmen. Deze turbulente jeugd kan hebben bijgedragen aan zijn vastberadenheid om sociale onrechtvaardigheden aan te pakken.

    De complexiteit van Dickens' persoonlijkheid is een belangrijk aspect van zijn literaire erfenis. Zijn vermogen om menselijke ervaringen te begrijpen en te portretteren, zelfs met al hun nuances en tegenstrijdigheden, heeft zijn werk tijdloos gemaakt en spreekt tot lezers over generaties heen.

    Hoofdstuk 8: Laatste Jaren en Erfenis

    Beschrijving van Dickens' latere leven en zijn laatste literaire werken

    Het latere leven van Charles Dickens was gevuld met zowel literaire triomfen als persoonlijke uitdagingen. Hier is een beschrijving van zijn latere jaren en enkele van zijn laatste literaire werken:

    Naarmate Dickens ouder werd, bleef hij actief als schrijver en publieke figuur, maar zijn energie begon af te nemen en zijn gezondheid begon te verslechteren. Desondanks produceerde hij enkele van zijn meest gedenkwaardige werken in deze periode.

    A Tale of Two Cities (1859):

    Dit historische meesterwerk, dat zich afspeelt tijdens de Franse Revolutie, wordt vaak beschouwd als een hoogtepunt in Dickens' carrière. Het verkent thema's van wedergeboorte, opoffering en sociale onrust. Het boek benadrukt de impact van de geschiedenis op individuele levens en blijft een van zijn meest gelezen werken.

    Great Expectations (1860-1861):

    Dit coming-of-age verhaal volgt de reis van Pip, een weesjongen met grote ambities. Het onderzoekt thema's van identiteit, klassenverschil, moraliteit en verlossing. Great Expectations wordt vaak beschouwd als een van de meest complexe en diepgaande werken van Dickens.

    Our Mutual Friend (1864-1865):

    Deze roman combineert sociale kritiek met intrigerende verhaallijnen en complexe personages. Het behandelt thema's als materialisme, corruptie en persoonlijke transformatie.

    The Mystery of Edwin Drood (onvoltooid, 1870):

    Dit is het laatste werk dat Dickens schreef voor zijn dood en bleef onvoltooid. Het is een mysterieschrijven dat het verhaal van de mysterieuze verdwijning van Edwin Drood verkent. Het boek heeft geen definitieve ontknoping, omdat Dickens overleed voordat hij het kon voltooien.

    In zijn latere leven bleef Dickens betrokken bij sociale en liefdadigheidsactiviteiten en bleef hij populair als spreker. Hij reisde nog steeds voor lezingentours, maar zijn gezondheid begon af te nemen. Op 9 juni 1870, op de leeftijd van 58 jaar, stierf Charles Dickens aan een beroerte in zijn huis, Gad's Hill Place.

    De laatste literaire werken van Dickens weerspiegelen zijn voortdurende toewijding aan sociale rechtvaardigheid en zijn vermogen om diepgaande verhalen te creëren. Zijn nalatenschap blijft voortleven in zijn rijke oeuvre, dat generaties lezers blijft inspireren en raken.

    Zijn overlijden en de blijvende erfenis in de wereldliteratuur

    Charles Dickens overleed op 9 juni 1870, maar zijn erfenis in de wereldliteratuur blijft levendig en invloedrijk tot op de dag van vandaag. Zijn impact is voelbaar op meerdere niveaus:

    Literaire Invloed:

    Dickens wordt vaak beschouwd als een van de grondleggers van de moderne roman. Zijn innovatieve schrijfstijl, complexe personages en diepgaande sociale kritiek hebben latere schrijvers beïnvloed. Zijn gebruik van dialogen, levendige beschrijvingen en aandacht voor maatschappelijke onrechtvaardigheden hebben de lat hoger gelegd voor realisme en sociale betrokkenheid in de literatuur.

    Sociale Bewustwording:

    Dickens' literaire werken waren niet alleen entertainend, maar ook bewustmakend. Zijn kritiek op armoede, uitbuiting en ongelijkheid bracht maatschappelijke kwesties onder de aandacht van een breed publiek. Zijn werken droegen bij aan een groter bewustzijn en debat over sociale hervormingen.

    Tijdloze Karakters en Thema's:

    De personages die Dickens creëerde, zijn onvergetelijk en universeel herkenbaar. Ze belichamen menselijke eigenschappen en strijd die relevant blijven, ongeacht tijd en cultuur. Zijn behandeling van thema's als identiteit, moraliteit en menselijke natuur blijft resonerend.

    Adaptaties en Interpretaties:

    Dickens' werken zijn herhaaldelijk aangepast in toneelstukken, films, televisieseries en andere media. Zijn verhalen, zoals A Christmas Carol, zijn verankerd in de populaire cultuur en worden jaarlijks opgevoerd en opnieuw geïnterpreteerd.

    Literaire Kritiek en Studie:

    Academici en literaire critici blijven het werk van Dickens bestuderen en analyseren. Zijn complexe narratieve technieken, personageontwikkeling en sociaal commentaar bieden talloze mogelijkheden voor interpretatie en discussie.

    Blijvende Relevante:

    De thema's die Dickens behandelde, zoals sociale ongelijkheid, uitbuiting en morele dilemma's, blijven actueel in de moderne wereld. Zijn verhalen en inzichten zijn nog steeds relevant voor hedendaagse discussies over maatschappij, economie en menselijke interacties.

    Charles Dickens' blijvende erfenis in de wereldliteratuur is een eerbetoon aan zijn buitengewone vermogen om de menselijke ervaring vast te leggen, sociale kwesties aan de kaak te stellen en verhalen te vertellen die generaties blijven beroeren en inspireren.

    Conclusie

    Samenvatting van Dickens' nalatenschap en blijvende impact op de literaire wereld

    Charles Dickens' nalatenschap is diep verankerd in de literaire wereld en heeft een blijvende impact op zowel de literatuur zelf als op de maatschappij als geheel:

    Literaire Innovatie: Dickens wordt beschouwd als een pionier van de moderne roman, wiens innovatieve schrijfstijl, gebruik van dialogen en levendige personages de weg hebben geëffend voor realisme en psychologische diepgang in de literatuur.

    Complexiteit en Menselijkheid: Zijn vermogen om menselijke ervaringen en emoties te portretteren met een rijke reikwijdte aan emoties heeft zijn personages tot tijdloze figuren gemaakt, herkenbaar en relatable voor generaties lezers.

    Sociale Kritiek en Bewustzijn: Dickens' literatuur fungeerde als een krachtig middel voor sociale kritiek en bewustwording. Zijn nadruk op maatschappelijke onrechtvaardigheden, armoede en klassenverschillen heeft de ogen van het publiek geopend voor belangrijke maatschappelijke kwesties.

    Inspiratie voor Latere Schrijvers: Zijn schrijfstijl en thematische exploraties hebben latere schrijvers beïnvloed, van de 19e eeuw tot vandaag. Zijn vermogen om zowel de breedte als de diepte van de menselijke ervaring vast te leggen, heeft de literaire canon verrijkt.

    Adaptaties en Populaire Cultuur: Dickens' werken zijn levendig gebleven in talloze adaptaties in theater, film, televisie en andere media. Zijn verhalen, zoals A Christmas Carol, hebben hun plaats veroverd in de populaire cultuur en worden elk jaar weer opgevoerd.

    Literair Onderzoek en Onderwijs: Academici bestuderen nog steeds intensief de rijke lagen van Dickens' werk, en zijn romans worden vaak behandeld in literatuurcurricula over de hele wereld.

    Morele en Emotionele Invloed: Zijn nadruk op morele dilemma's en emotionele diepgang heeft lezers aangezet tot reflectie en introspectie over hun eigen leven en keuzes.

    Samengevat heeft Dickens' nalatenschap de literaire wereld verrijkt door literaire innovatie te stimuleren, sociale bewustwording te bevorderen en diepgaande personages en verhalen te creëren die de tand des tijds hebben doorstaan. Zijn blijvende impact getuigt van zijn vermogen om literatuur te gebruiken als een middel om de menselijke ziel te verkennen en de samenleving te beïnvloeden.

    Het leven en de lotgevallen van David Copperfield

    ––––––––

    VOORREDE

    In den zomer van 1870, terwijl de Fransch-Duitsche oorlog de aandacht

    van geheel Europa geboeid hield, viel een Engelsch vaartuig, dat eene

    reis om de wereld had gedaan, in eene Engelsche haven binnen. Eer de

    nieuw aangekomenen, na de eerste begroeting, tot hunne landgenooten de

    zoo natuurlijke vraag konden richten: „Wat nieuws is er in Europa?"

    klonk hun reeds de droeve tijding te gemoet: „_Dickens_ is dood!"

    _Dickens_ is dood... dat was voor die Engelsche pikbroeken het

    belangrijkste nieuws van alles—aan den Fransch-Duitschen oorlog

    dachten zij niet.

    Sprekender blijk van algemeene achting en waardeering, een schrijver

    door zijn volk toegedragen, valt er moeilijk uit te denken.

    Zóó bekend, zóó geliefd nu als _Dickens_ bij de Engelschen is, zal hij

    in eenig ander land wel nooit worden. Zijne landgenooten toch vinden in

    zijne werken zich zelven terug met al hunne eigenaardige gewoonten,

    hunne bijzondere levensomstandigheden en hunne goede en slechte

    eigenschappen. Zij zien daarin niet alleen hunne wereldstad met haar

    onmiddellijken omtrek, maar tevens zoo menig hun bekend en geliefd

    landschap afgeschilderd met photografische nauwkeurigheid. Dat kan met

    een ander volk, ook met ons Nederlanders, nooit het geval worden.

    Toch is _Dickens_, ook in ons vaderland, meer dan menig buitenlandsch

    schrijver bekend en geliefd.

    Zijne werken danken dien opgang ongetwijfeld in de eerste plaats

    aan den fijnen geest, den echt Engelschen humor, waarvan zoo menige

    persoonsbeschrijving, zoo menig tafereeltje tintelt, maar niet minder

    aan de diepe menschenkennis, door den schrijver ten toon gespreid.

    Telkens is het ons, alsof het beeld van een onzer bekenden geteekend, ja

    meer nog, alsof een stukje van onze eigene innerlijke levensgeschiedenis

    geschreven werd. Hoevele door hem geschetste personen zijn, ook onder

    ons, tot een type geworden, zoodat wij telkens onwillekeurig uitroepen:

    „dat is precies..." Vul zelf de namen maar in, lezer. Hoevele gezegden,

    zijnen personen in den mond gelegd, zijn, ook onder ons, in een

    spreekwijze overgegaan! Maar bovenal danken _Dickens_' werken dien

    opgang aan zijne warme liefde voor de minder bedeelden in de

    maatschappij, gepaard aan zijn onwrikbaar _geloof aan menschenadel_.

    Tengevolge van dit alles treffen wij bij hem de gelukkigste vereeniging

    van realisme en idealisme, of, juister gezegd, het ware, niet het

    eenzijdige en daardoor slechts schijnbare, in den grond onware realisme

    onzer dagen aan.

    Volg hem gerust door de meest beruchte buurten, in de afschuwelijkste

    holen der misdaad, die Londen telt. Geen spatje van den modder der

    straten zal uw kleed bevlekken; geen kennismaking met eenige misdaad zal

    uwe verbeelding bezoedelen.

    Dat juist geeft, naar mijne meening, _Dickens_ aanspraak op den hoogsten

    lof als schrijver voor zijn volk. Er gaat van zijne werken een

    verheffende, veredelende invloed uit. Men wordt er frisscher,

    krachtiger, moediger door.

    Wie zijn werken leest, loopt geen gevaar, een weekelijke en zenuwzwakke

    speelbal van een spookachtig noodlot te worden.

    Met groote ingenomenheid nam ik daarom kennis van het voornemen van den

    heer _Misset_ om het Nederlandsche volk een nieuwe, goedkoope uitgave

    van _Dickens' meesterstuk_ „David Copperfield" aan te bieden.

    De prijs is zoo laag gesteld, dat de kosten thans geen beletsel meer

    zijn om _David Copperfield_ onder alle rangen der maatschappij te

    verbreiden.

    Wat deze nieuwe vertaling betreft, zij heeft boven de bestaande _dit_

    voor, dat zij minder letterlijk en daarom gemakkelijker en aangenamer

    te lezen is. Toch is daarbij de geest van het oorspronkelijke getrouw

    bewaard.

    De vertaler heeft getracht de dingen zoo te zeggen als _Dickens_, naar

    zijne overtuiging, ze gezegd zou hebben, indien hij een Nederlander was

    geweest.

    Moge de Uitgever in zijne onderneming gelukkig slagen; menigeen zal hem

    dan voor de hoogst aangenaam doorgebrachte uren oprecht dankbaar zijn.

    B. TER HAAR Bzn.

    NIJMEGEN, Maart 1894.

    Het leven en de lotgevallen van David Copperfield

    ––––––––

    I

    Ik word geboren.

    ––––––––

    Of ik zelf dan wel een ander de held van deze geschiedenis worden zal,

    zullen de volgende bladzijden moeten leeren. Om te beginnen met het

    begin van mijne lotgevallen, deel ik mede dat ik—naar men mij verteld

    heeft en ik ook voor waarheid aanneem—geboren ben op een Vrijdag,

    te twaalf uur middernacht. De opmerking is gemaakt dat ik begon te

    schreeuwen op hetzelfde oogenblik dat de klok hare twaalf slagen deed

    hooren.

    Dag en uur van mijne geboorte brachten de baker en eenige hoogst wijze

    vrouwen uit de buurt, die gedurende de eerste maanden levendig belang

    in mij stelden zonder dat ik persoonlijk kennis met haar maakte, tot

    het besluit dat mij een leven vol tegenspoed te wachten stond en ik

    in staat zou zijn spoken en geesten te zien; beide deze eigenschappen

    waren naar haar oordeel onherroepelijk verbonden aan kinderen, die des

    Vrijdags te middernacht het levenslicht aanschouwden.

    Wat de eerste voorspelling betreft, daarvan behoef ik niets mede te

    deelen, want deze bladzijden zullen voldoende aantoonen of er al dan

    niet waarheid in gelegen is. Wat de tweede echter aangaat kan ik

    slechts verklaren dat, indien deze gave mij ten deel is gevallen, ik

    die als zuigeling moet hebben opgemaakt, aangezien mij daarvan op

    lateren leeftijd niets is overgebleven. Ik beklaag mij daarover in

    geenen deele en mocht iemand anders zich in het bezit er van verheugen,

    dan zij hem dat van harte gegund.

    Ik werd met een helm geboren, die in de nieuwsbladen tegen den geringen

    prijs van vijftien guinjes te koop werd aangeboden. Ik weet niet of de

    zeevarenden op dat tijdstip slecht bij kas waren of de voorkeur gaven

    aan zwemgordels, maar het is een feit dat er slechts één bod werd

    gedaan en dit wel door een wisselmakelaar, die aanbood twee pond in

    contanten en de rest in sherry te betalen, maar geen penny meer wilde

    geven om tegen verdrinken gewaarborgd te zijn. Dientengevolge waren de

    onkosten van de advertentie noodeloos gemaakt—mijne arme moeder was

    in die dagen genoodzaakt haar eigen wijn zelfs te verkoopen—en tien

    jaar later werd de helm ergens in onze buurt onder vijftig deelnemers

    verloot tegen een halve kroon per hoofd, terwijl de winner nog vijf

    shilling zou toegeven. Ik was er bij tegenwoordig en herinner mij nog

    zeer goed hoe verlegen en beschaamd ik was, dat daar met een stukje van

    mij zelven op zulk eene wijze werd omgesprongen.

    De helm werd gewonnen door eene oude juffrouw, die, hoewel met

    tegenzin, de afgesproken vijf shilling in halvestuivers uit haar

    hengelmandje te voorschijn haalde; zij gaf echter twee en een halven

    stuiver te weinig en er was heel wat tijd en heel wat rekenkunst

    noodig om haar dit aan het verstand te brengen. Als een hoogst

    merkwaardig feit moet ik hier vermelden, dat zij niet verdronken, doch

    zacht en kalm op haar bed overleden is, op haar tweeënnegentigste jaar.

    Later heb ik vernomen dat zij er zich op beroemde nooit op het water

    te zijn geweest dan op een brug en op hare theekransjes, waarvan zij

    eene eerste liefhebster was, meermalen hare verontwaardiging lucht gaf

    over de goddeloosheid van zeelieden en anderen, die de roekeloosheid

    begingen om door de wereld „rond te dolen." Te vergeefs werd haar

    voorgehouden, dat allerlei geriefelijkheden—thee waarschijnlijk

    daaronder begrepen—aan dit verafschuwde bedrijf te danken waren; zij

    kwam telkens met nog grooter nadruk en voor zich zelve overtuigd van de

    onomstootelijke waarheid terug op hare meening: „Dat ronddolen moest

    niet plaats hebben."

    Ten einde ook zelf niet te gaan ronddolen, keer ik terug naar mijne

    geboorte.

    Ik werd geboren te Blunderstone in Suffolk, zes maanden nadat mijn

    vader voor eeuwig de oogen gesloten had, zoodat ik een halve wees

    was. Zelfs nu nog komt er eene zonderlinge gewaarwording in mij op,

    wanneer ik bedenk dat hij mij nooit gezien heeft; maar vreemder nog

    wordt het mij te moede bij de vage herinnering aan mijne eerste

    kinderlijke opmerkingen over de witte zerk op het kerkhof, over

    de onbarmhartigheid, dat wij hem daar alleen lieten liggen in den

    duisteren nacht, terwijl in ons kleine kamertje de haard en de lamp

    brandden, ja, dat wij zelfs zoo wreed waren de deur te sluiten en te

    grendelen.

    Eene tante van mijn vader en bijgevolg eene oudtante van mij, van

    wie ik bij gelegenheid nog wel eens iets heb te vertellen, was de

    voornaamste persoon in de familie. Miss Trotwood of miss Betsey, zooals

    mijne moeder haar altijd noemde, wanneer zij moed genoeg had om het

    gesprek op deze door haar zoo gevreesde persoon te brengen—hetgeen

    slechts zelden het geval was—was getrouwd geweest met een man, die

    jonger dan zij en heel mooi was, behalve in den zin van het aloude

    spreekwoord: „mooi is wie mooi doet"; hij stond namelijk onder

    verdenking miss Betsey geslagen en op zekeren dag, bij eene oneenigheid

    over geldelijke aangelegenheden, in drift gedreigd te hebben haar

    uit een venster van de tweede verdieping te zullen werpen. Dit zeer

    duidelijk bewijs van de onvereenigbaarheid hunner karakters had tante

    Betsey doen besluiten hem af te koopen en met wederzijdsch goedvinden

    van hem te scheiden. Hij vertrok met zijn geld naar Indië en volgens

    eene onzinnige overlevering in onze familie heeft iemand hem daar

    ontmoet, rijdende op een olifant en in gezelschap van eene Indische

    prinses. Hoe het zij, tien jaar later werd uit Indië zijn doodbericht

    ontvangen. Niemand heeft ooit geweten of dit bericht mijne tante

    bijzonder heeft getroffen; zij nam haar jongemeisjesnaam weder aan,

    liet een huisje voor zich bouwen in een klein dorpje aan de zeekust,

    vestigde zich daar metterwoon en bleef voortaan met ééne dienstmeid in

    de strengste afzondering leven.

    Mijn vader had, naar ik meen, altijd een wit voetje bij haar gehad,

    maar zijn huwelijk kon zij hem nooit vergeven, omdat mijne moeder

    volgens hare bewering „een wassen popje" was. Zij had mijne moeder

    nooit ontmoet, maar wist dat zij nog niet ten volle twintig jaar oud

    was. Mijn vader heeft tante Betsey nooit meer gezien. Hij was twee

    malen zoo oud als mijne moeder en niet bijzonder sterk. Een jaar na het

    huwelijk stierf hij en, zooals ik reeds meedeelde, zes maanden na zijn

    dood aanschouwde ik het levenslicht.

    Zoo was de stand van zaken in den namiddag van dien merkwaardigen

    Vrijdag—men zal het mij wel niet euvel duiden dat ik dien dag

    zoo noem. Ik kan er dus niet op bogen op dat tijdstip geweten te

    hebben hoe de zaken stonden of mij van hetgeen volgt iets te kunnen

    herinneren, dat op eigen waarneming is gegrond.

    Mijne moeder zat in eene droefgeestige stemming en verre van gerust

    door hare tranen heen in het vuur te staren, vol angst en kommer over

    zich zelve en het kleine vaderlooze wezentje, dat door een paar lood

    spelden in eene lade op de bovenkamer welkom werd geheeten in eene

    wereld, wie zijne komst geen greintje belang inboezemde; mijne moeder

    zat, zooals ik zeide, bij het vuur op dien helderen, stormachtigen

    achtermiddag in Maart. Zij was verre van opgewekt en twijfelde of

    zij de proef, die zij zou moeten doorstaan, wel zou te boven komen.

    Terwijl zij nu het hoofd oplichtte om de oogen af te wisschen, zag zij

    plotseling eene vreemde dame door den tuin aankomen. Een onbedriegelijk

    voorgevoel zeide haar, dat die dame tante Betsey was. Zooals die

    vreemde dame daar, door de ondergaande zon over het tuinhek beschenen,

    kwam aanwandelen in eene stijve houding, bedaard alsof zij daar thuis

    was, kon het niemand anders zijn dan tante Betsey, en toen zij de

    woning bereikt had, gaf zij een overtuigend bewijs dat zij het was en

    niemand anders. Mijn vader had meermalen ter loops gezegd, dat zij zich

    zelden gedroeg als een gewoon christenmensch en ziet.... in plaats van

    te bellen, keek zij door het venster en drukte daartoe haar neus zoo

    hard tegen de ruiten dat, volgens verklaring van mijne moeder, dit

    lichaamsdeel in een oogenblik geheel plat en wit was geworden.

    Mijne moeder was door deze verschijning zoo ontsteld, dat ik het

    ongetwijfeld aan tante Betsey te danken heb op een Vrijdag geboren te

    zijn. In hare ontsteltenis was mijne moeder van haar stoel opgestaan en

    had de wijk genomen naar een hoek van de kamer; maar tante Betsey bleef

    onderzoekend het vertrek rondkijken tot zij mijne moeder ontdekte,

    waarbij hare oogen in haar hoofd ronddraaiden als een moorenkop in

    eene ouderwetsche Friesche klok. Toen nam zij mijne moeder van het

    hoofd tot de voeten op en maakte, als iemand die gewoon is onmiddellijk

    gehoorzaamd te worden, een gebaar om de deur te komen openen. Mijne

    moeder voldeed aan haar verlangen.

    „Mevrouw David Copperfield, onderstel ik?" vroeg tante Betsey; de

    nadruk, dien zij op deze laatste woorden legde, had waarschijnlijk

    betrekking op de rouwkleederen, die mijne moeder droeg en op den

    belangwekkenden toestand, waarin zij verkeerde.

    „Jawel," antwoordde mijne moeder schuchter.

    „Juffrouw Trotwood," stelde de bezoekster zich voor. „Gij zult wel eens

    over mij hebben hooren spreken, nietwaar?"

    Mijne moeder antwoordde dat zij dit genoegen wel eens had gehad, maar

    had daarbij de onaangename gewaarwording, dat haar toon niet zulk een

    bijzonder groot genoegen te kennen gaf.

    „En nu ziet gij haar voor u," hernam tante Betsey.

    Mijne moeder knikte en noodigde haar uit om binnen te komen.

    Zij gingen naar het kamertje, waar mijne moeder gezeten had—in de

    mooie kamer brandde geen vuur en had sinds den dood van mijn vader geen

    vuur gebrand—en toen beiden hadden plaats genomen en tante Betsey

    niets zeide, begon mijne moeder, na zich vruchteloos er tegen verzet te

    hebben, te schreien.

    „Tut, tut, tut," zei tante Betsey met veel drukte, „dat behoeft nu

    volstrekt niet! Kom, kom!" Mijne moeder kon het echter niet laten en

    schreide daarom eerst uit.

    „Neem uw mutsje eens af, mijn kind," zei tante Betsey, „laat ik u eens

    bekijken."

    Hoewel mijne moeder lust gevoelde om aan dit zonderlinge verzoek geen

    gevolg te geven, was zij toch zoo bevreesd voor haar dat zij dit

    niet durfde. Zij deed daarom wat haar verzocht werd, maar met zulke

    zenuwachtig bevende handen dat haar volle, mooie haar los ging en over

    haar gelaat viel.

    „Wel, lieve Hemel!" riep tante Betsey, „gij lijkt waarlijk nog op een

    schootkindje!"

    Het was niet te loochenen dat mijne moeder er zelfs voor haar leeftijd

    buitengewoon jong uitzag; zij liet haar hoofdje hangen alsof het haar

    eigen schuld was, 't arme schepsel, en zei snikkend dat zij bang was

    eene kinderachtige weduwe te zijn en ook eene kinderachtige moeder te

    zullen wezen—als zij het leven er afbracht. Er volgde op deze woorden

    een oogenblik van stilte, waarin mijne moeder meende tante Betsey's

    hand op heur haar te voelen—heel zachtjes en vriendelijk—maar toen

    zij zich schuchter en bedeesd omwendde, hopende zich niet vergist te

    hebben, zag zij haar met den rand van haar rok opgeslagen, de handen

    over een knie gevouwen en de voeten op den haardrand naar het vuur

    staren.

    „Waarom toch in 's Hemels naam Kraaiennest?" vroeg tante Betsey

    plotseling.

    „Bedoelt gij het huis, tante?"

    „Waarom, Kraaiennest?" herhaalde zij. „Hoe is het mogelijk dat menschen

    met gezond verstand zulk een naam aan hun huis kunnen geven?"

    „Copperfield heeft dien naam gekozen," antwoordde mijne moeder. „Toen

    hij het huis kocht, nestelden hier tallooze kraaien in den omtrek."

    De avondwind blies op dit oogenblik zoo hevig door eenige oude olmen

    in den tuin, dat mijne moeder noch mijne tante konden nalaten dien

    kant uit te kijken. Wanneer de olmen tot elkander overbogen gelijk

    reuzen, die geheimen hadden te verhandelen, en, na een oogenblik rust,

    weder in heftige beweging kwamen en hunne takken als armen uitstaken,

    alsof hunne vertrouwelijke mededelingen zoo snood waren dat ze hunne

    gemoedsrust verstoorden, werden werkelijk op de hoogste takken eenige

    verlaten kraaiennesten heen en weer geslingerd als wrakken op eene

    onstuimige zee.

    „Waar zijn de vogels?" vroeg tante Betsey.

    „De.....?" Mijne moeder had aan andere dingen zitten denken.

    „De kraaien? Wat is er mee gebeurd?" herhaalde tante Betsey.

    „Zoolang wij hier gewoond hebben is er geen enkele kraai geweest," zei

    mijne moeder. „Wij meenden.... Copperfield meende.... dat er heel veel

    waren, maar het bleken oude nesten te zijn, die door de vogels waren

    verlaten."

    „David Copperfield op en top!" riep tante Betsey uit. „David

    Copperfield op en top! Noemt het huis ‚Kraaiennest’, terwijl er geen

    kraai in de buurt is en neemt maar op goed geloof aan dat er vogels

    zijn als hij de nesten ziet! O! O!"

    „Mijn beste Copperfield is dood," zei mijne moeder. „Ik verwacht dat

    gij niet op minachtenden toon over hem zult spreken...."

    Ik geloof waarlijk dat mijne goede moeder een aanval op mijne tante op

    het oog had, die haar met een pink zou hebben kunnen omgooien, zelfs al

    was mijne moeder in gunstiger omstandigheden voor een gevecht geweest

    dan op dezen avond. Het bleef er echter bij dat zij van haar stoel

    opstond en weer ging zitten, waarna zij in eene flauwte viel.

    Toen zij weder bijkwam of door tante Betsey was bijgebracht, stond deze

    bij het venster. De schemering was intusschen door volslagen duisternis

    opgevolgd en had de haard niet gebrand, dan zouden zij elkander in het

    geheel niet hebben kunnen zien.

    „Wel?" zei tante Betsey, weder plaats nemende alsof er niets gebeurd

    was, „wanneer verwacht gij de nieuwe wereldburgeres?"

    „Ik weet niet.... ik beef zoo...." stamelde mijne moeder. „Ik zal het

    zeker niet overleven".

    „Gekheid.... drink maar een kopje thee."

    „O, lieve Hemel, zou dat goed voor mij zijn?" riep mijne moeder

    radeloos uit.

    „Zeker, zeker.... het is niets dan verbeelding," hernam tante Betsey.

    „Hoe heet uw meisje?"

    „Maar ik weet immers niet of het een meisje zijn zal," antwoordde mijne

    moeder onschuldig.

    „De Hemel beware het kind!" riep tante Betsey, de tweede spreuk op het

    bakerkussen in de lade herhalend, doch in plaats van op mij, op mijne

    moeder toepassende. „Dat bedoel ik niet; ik bedoel uw dienstmeisje."

    „Peggotty," zeide mijne moeder.

    „Peggotty!" herhaalde tante Betsey. „Gij zult toch niet beweren dat er

    ooit een menschelijk wezen in een christenkerk gedoopt is met den naam

    Peggotty?"

    „Het is haar familienaam," hernam mijne moeder bedeesd. „Copperfield

    noemde haar altijd zoo, omdat zij denzelfden voornaam heeft als ik."

    „Hela! Peggotty!" riep tante Betsey, de kamerdeur openende, „breng wat

    thee. Mevrouw is niet wel. Vlug wat!"

    Nadat zij deze bevelen gegeven had op een toon van gezag, alsof er zoo

    lang het huis had bestaan nooit iemand anders aan het hoofd van de

    huishouding had gestaan dan zij, en na zich even vertoond te hebben aan

    de verbaasde Peggotty, die op het geluid van de vreemde stem met een

    kandelaar in de hand kwam aanloopen, sloot zij de deur en nam hare oude

    plaats weer in: met de voeten op den haardrand, den rok van de japon

    opgeslagen en de handen gevouwen over ééne knie.

    „Gij zeidet zoo even dat gij niet wist of het een meisje zal zijn,"

    begon zij. „Ik ben er zeker van dat het een meisje zijn zal. Ik heb

    een voorgevoel dat het een meisje zijn zal. En, mijn kind, van het

    oogenblik van de geboorte van het meisje...."

    „Misschien is het een jongen," waagde mijne moeder op te merken.

    „Ik zeg u: ik heb een voorgevoel dat het een meisje zijn zal,"

    herhaalde tante Betsey. „Spreek mij niet tegen. Van het oogenblik

    af, dat uw meisje geboren wordt, ben ik voornemens eene vriendin voor

    haar te zijn. Ik wil haar peet zijn en ik verzoek haar te noemen:

    Betsey Trotwood Copperfield. _Deze_ Betsey Trotwood mag het aan niets

    ontbreken in haar leven en vooral mag er niet met het hart van het arme

    kind gespeeld worden. Zij moet eene goede opvoeding hebben en er voor

    behoed worden, haar vertrouwen te schenken aan onwaardigen. Daarvoor

    zal ik weten te zorgen."

    Na elken volzin knikte tante Betsey met het hoofd, alsof al het geleden

    onrecht weder bovenkwam; blijkbaar kostte het haar moeite om er niet

    telkens over te beginnen. Mijne moeder kwam dit ten minste zoo voor,

    toen zij haar gadesloeg bij het doffe schijnsel van het haardvuur;

    eigenlijk was zij te bang voor tante Betsey, te verlegen en te pijnlijk

    om alles goed waar te nemen en te weten, wat zij antwoorden moest.

    „En was David een goed echtgenoot, mijn kind?" vroeg tante Betsey na

    eenige oogenblikken gezwegen te hebben; de bewegingen met het hoofd

    hadden nu geheel opgehouden. „Kondt gij het goed met elkaar vinden?"

    „Wij waren heel gelukkig," antwoordde mijne moeder. „Copperfield was

    eigenlijk veel te goed voor mij."

    „Hij heeft u zeker erg bedorven," hernam tante Betsey.

    „Ja, ik vrees wel dat hij het gedaan heeft," snikte mijne moeder, „nu

    ik geheel alleen ben achtergebleven en op mijne eigen beenen moet staan

    in deze ruwe wereld, voel ik het maar al te goed."

    „Kom! Gij moet nu niet schreien!" zei tante Betsey. „Gij pastet niet

    bij elkander—alsof ooit twee menschen bij elkander passen—daarom deed

    ik deze vraag. Gij waart wees, niet waar?"

    „Ja."

    „Gouvernante?"

    „Ik was bonne bij eene familie waar Copperfield aan huis kwam.

    Copperfield was altijd heel vriendelijk jegens mij, bewees mij allerlei

    oplettendheden en bood mij eindelijk hart en hand aan. Ik wees hem niet

    af en zoo trouwden wij," antwoordde mijne moeder op hare ongekunstelde

    manier.

    „Och! Arm kind!" mompelde tante Betsey, terwijl zij met gefronst

    voorhoofd naar het vuur keek. „En hebt gij ook verstand van een en

    ander?"

    „Hoe bedoelt gij dat, mevrouw?" stotterde mijne moeder.

    „Van de huishouding bijvoorbeeld?"

    „Niet veel, naar ik vrees," antwoordde mijne moeder. „Niet zooveel als

    ik wel wenschte, maar Copperfield was een goed leermeester...."

    „En hij wist er zelf zooveel van!" riep tante Betsey uit.

    „.... en ik zou zeker spoedig op de hoogte zijn geweest, want ik was

    zeer begeerig om te leeren en hij geduldig in het onderrichten, indien

    mij niet het groote ongeluk van zijn dood...." mijne moeder barstte

    opnieuw in tranen uit en kon niet voortgaan.

    „Zoo, zoo!" zei tante Betsey.

    „Ik hield mijn huishoudboek geregeld aan en maakte elken avond met

    Copperfield de balans op," riep mijne moeder in wanhoop uit. Zij was op

    het punt om nogmaals flauw te vallen.

    „Zoo, zoo! herhaalde tante Betsey. „Maar schrei dan toch niet zoo.

    „.... En ik verzeker u dat wij nooit een enkel woord verschil er over

    hadden dan wanneer Copperfield vond, dat mijne drieën en vijven te veel

    op elkaar geleken of dat ik te groote krullen aan de zevens en negens

    maakte," vervolgde mijne

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1