Geld Gaat Nooit Over Geld: Schaarste overstijgen en een kracht worden voor werkelijke verandering
()
About this ebook
Hoe kunnen wij geluk en succes herschrijven, weg van maatschappelijke druk en richting echte zelfverwezenlijking… echte samenverwezenlijking? ★ Hoe kunnen we ons bevrijden van innerlijke blokkades en een vernieuwende levenskracht omarmen? ★ Hoe worden we onderdeel van een aarde die bloeit in plaats van stukgaat?
In 2016 leefde, reisde en werkte Raymundo Resink tien maanden zonder geld. Niet omdat hij vond dat we zonder geld moeten leven (dat vond en vindt hij niet) en ook niet om te bewijzen dat het kan, maar omdat hij benieuwd was: ‘Wat gaat er gebeuren, met mij en met de mensen die ik tegenkom, wanneer ik iets dat zó ons leven lijkt te beheersen een tijdlang niet aanraak?’
Het experiment zou onderdeel worden van een grotere ontdekkingstocht naar geld, naar het prachtige idee dat geld in essentie is — en naar de deur die geld wordt, wanneer we één kleine stap durven zetten die meteen de grootste is.
‘Zodra we eerlijk durven kijken naar geld, gaan we eerlijker kijken naar onszelf. En zodra we eerlijk gaan kijken naar onszelf, worden we een bouwsteen voor de wereld waar we diep vanbinnen allemaal in willen leven.’
Dat is de hoofduitkomst van Raymundo’s onderzoek en uitgangpunt van Geld Gaat Nooit Over Geld.
Een diep persoonlijk reisverslag en een inzichtrijke, prakische gids over:
» de les die we (n)ooit op school krijgen,
» tien maanden leven, reizen en werken zonder geld,
» het prachtige idee dat geld in essentie is,
» de wereld die wél kan… en hoe wij die wereld kunnen waarmaken.
Voor jou als je:
een ondernemer, ouder, jongere, kind, mens bent met vragen over ‘streven’, ‘moeten’ en ‘verdienen’ | los wilt komen van ‘ja, maar’ en ‘zo is het nou eenmaal’ | succes wilt vinden in authenticiteit, bezieling en het diepe weten dat een mooiere wereld wél mogelijk is | verlangt naar leven vanuit je innerlijke kompas, ook als iedereen om je heen dat kompas een ontzettend slecht idee vindt.
✰ 450+ tekeningen van eigen hand
✰ Ook beschikbaar op papier en als audioboek
✰ Vrij online te lezen op een ‘geef wat goed voelt donatiebasis’
✰ Video’s en aanvullende inspiratie
Related to Geld Gaat Nooit Over Geld
Related ebooks
Nice Doing Business With You Ma'am Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsStormen van het Bestaan en Andere Verhalen Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsOpa's kruidenierswinkel Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDruppels Levenservaring. Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe Geheime Adviseur Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsMr. Rosenberg en de koffiekop: Ontroerende ervaringen met Geweldloze Communicatie Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsVerborgen Waarheden en Andere Verhalen Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsOp het pad van Spiritualiteit en Andere Verhalen Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsNiets Kan Aan Je Lot Ontsnappen Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsGekruiste Lotsbestemmingen en Andere Verhalen Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsSorry Voor Het Ongemak Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsRADICAAL Springlevend VOORBIJ MISBRUIK Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe Grote Waarheden van het Leven en andere Verhalen Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe Kracht van Keuze (Dutch version): De vragen die ik mijzelf stel om te blijven kiezen wat voor mij gelukkig maakt. Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe blog naar vrijheid Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsIemand Had Het Ons Moeten Zeggen! (Eenvoudige Waarheden om Goed te Leven) Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsHet Eerste Armageddon en Andere Verhalen Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe Essentie van het Geschenk Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsNiets is wat het lijkt Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsSamenvatting van Robert Cialdini's Invloed: Klassiekers Collectie Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe Nachtploeg. Een Waargebeurd Kort Verhaal. Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsUitvindboek voor ouders - Aha! Zo doe ik dat Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDingen die ons Opwinden en Andere Verhalen Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsSamenvatting van Austin Kleon's Keep Going: Zelfontwikkeling Collectie Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsJeugdZORG? vergeet het maar! Rating: 4 out of 5 stars4/5Gevangen in virtuele realiteit (EXO-TERRESTRIAL-FORCES 4): De erfenis van de OUTER SPACE Nanites Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsSamenvatting van David Graeber's Bullshit jobs: GRC Collectie Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe Vergeten Kunst van het Geluk: - Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsEen zoektocht naar dankbaarheid Rating: 0 out of 5 stars0 ratings
Reviews for Geld Gaat Nooit Over Geld
0 ratings0 reviews
Book preview
Geld Gaat Nooit Over Geld - Raymundo Resink
Geld
gaat
nooit
over
geld
Raymundo Resink
E-boek
Eerste publicatie: november 2023
GeldGaatNooitOverGeld.org
Cover deel 1‘Ik ontdekte dat het
volbrengen van het grote werk
niet de taak van enkelen is,
maar van alle menselijke
wezens op aarde.’
Paolo Coelho, De Alchemist
Voor Tij en Ilse,
en alles en iedereen
Sommige rechten voorbehouden
26022.jpgDit boek is ook online te lezen, vrij en op een ‘geef wat goed voelt’ donatiebasis, op GeldGaatNooitOverGeld.org.
Tekst en tekeningen zijn gepubliceerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen licentie. Voel je vrij om stukken uit dit boek te kopiëren, te delen, te remixen en aan te passen. Daarbij vraag ik je alleen om het volgende te doen:
» Vermeld waar je het materiaal vandaan hebt gehaald. Verwijs naar de website, plaats een link naar de Creative Commons-licentie (CreativeCommons.org/licenses/by-sa/4.0/deed.nl) en geef duidelijk aan of je het materiaal hebt veranderd.
» Als je (delen uit) dit boek remixt, aanpast of erop voortbouwt, verspreid je werk dan onder dezelfde Creative Commons-licentie.
Meer over Creative Commons vind je op CreativeCommons.org/share-your-work.
24415.jpgProloog
26009.jpgBelgië, ergens in het jaar 1990
juni 1998
‘Mundo, je kunt altijd nog iets met kunst doen. Nu is het zaak dat je strategisch kiest.’
We zitten aan de keukentafel.
Mama voert het woord.
Papa blijft stil.
Ik kook.
Ik ben bijna zestien. Over twee maanden verhuizen mijn zusje Dedy en ik met onze ouders naar Nederland. Twaalf jaar wonen we nu in het buitenland, waarvan de laatste vier jaar in Engeland. Ik begin het hier net leuk te vinden en wil blijven. Dat kan, want de ouders van een vriend hebben me een woonplek aangeboden voor de middelbare schooltijd die me nog resteert. Het kan alleen niet, want ‘Je gaat mee naar Nederland Mundo, punt’. Aldus mijn ouders. Of beter gezegd: mijn moeder.
De mededeling kwam niet als een verrassing. Net als het zogenaamde gesprek dat we nu aan de keukentafel voeren.
‘Zorg nu eerst maar voor dat papiertje,’ vult mama aan, ‘dan kun je straks alle kanten op.’
Ik heb me al verweerd, maar ik blijk tegen een muur te praten. Papa gunt me anders, weet ik, maar papa geeft geen kik. Ik zie hem alleen maar kijken.
Schoorvoetend teken ik voor het strategische vakkenpakket dat mama me aanpraat. Na zoveel jaren ‘zo is het nou eenmaal Mundo’, komt het idee dat niemand me kan dwingen, niet meer in me op. Het zal wel zo zijn, dat leven zuigt en je daarna doodgaat.
We verhuizen in de zomervakantie en ik vind er geen fuck aan in Nederland. Wat een stom land. Fuck Nederland, fuck mama, fuck papa en fuck school. En lekker boeien. Want dat hoor ik ze hier in het Gooi continu zeggen: ‘Lekker boeien’.
Na mijn eerste schooljaar in dit fuck-land ben ik een discussiepunt in de lerarenkamer. ‘Gaat Mundo wel of niet door naar de eindexamenklas?’ Ik krijg het voordeel van de twijfel en in mij gaat er een knop om. Zonder diploma kan ik straks niet van huis, tenminste, dat is wat ik mezelf vertel, dus de enige weg die ik uit de hel van thuis zie, is een blokkende weg.
Ik word een voorbeeldige eindexamenkandidaat. Terwijl mijn laatste schooljaar vordert, begin ik zelfs plezier te krijgen in die klotevakken. Wiskunde, scheikunde en natuurkunde worden ontdekkingstochten, met kloppende berekeningen en geslaagde proeven als kleine feestjes. Die ik hard nodig heb, want mama en papa vliegen ons en elkaar steeds heftiger naar de keel en slapen doe ik nauwelijks meer, zo gestrest ben ik.
De laatste vijf weken van het schooljaar verblijf ik bij een klasgenoot en haar moeder. Hun aanbod voor een tijdelijke, veilige haven, accepteerde ik direct en gretig, zij het met een enorm schuldgevoel richting mijn zusje Dedy. Die moet het thuis opeens zonder mij zien te rooien.
Wanneer de centrale examens aanbreken, heb ik bij alle vakken een aanknop gevonden, behalve bij economie. Goederen, diensten, giraal, chartaal, Bruto Nationaal Product, Netto Nationaal Product, rente, inflatie… allemaal woorden die als logische ingrediënten worden voorgeschoteld, maar waar ik totaal geen soep van kan maken. En dat werkboek… zijn dat niet gewoon wiskundesommen?
Ik stel geen waaromvragen en bluf me er doorheen. Ik wil alleen nog maar dat papiertje halen. Glunderend lever ik mijn laatste examen in en jubelend ren ik de examenzaal uit. Opluchting. Vrijheid. Eindelijk.
31 december 2015
Straks gaat het beginnen. Wanneer de klok twaalf slaat, ben ik officieel emigrant en heb ik geen zorgverzekering, geen telefoonabonnement en zelfs geen Spotify-abonnement meer. En geen geld.
Een maand geleden stond dit nog niet op de planning. Maar als ik terugkijk naar de afgelopen zeven jaar maak ik eigenlijk een vrij logische stap.
Blijft staan dat ik het rete-spannend vind, zonder geld.
LeonardoGeld
gaat
nooit
over
geld
Over dit boek
25946.jpgBeste medemens,
In onze maatschappij zijn een heleboel dingen normaal terwijl ze dat niet zijn. Het is bijvoorbeeld normaal dat we elk jaar meer moeten verdienen om hetzelfde te kunnen blijven doen. Het is normaal dat we rente betalen over geld dat we lenen. Het is normaal dat we wereldwijd twee keer zoveel voedsel produceren dan we nodig hebben en we een derde tot de helft van dat voedsel weggooien. Het is normaal dat we stukken grond aan elkaar verkopen — op een planeet die van niemand is. Het is normaal dat we onze kinderen, partners en collega’s belonen wanneer ze doen wat we willen — en straffen wanneer ze niet doen wat we willen.
Veel van wat wij normaal noemen, heb ik nooit normaal gevonden. Als kind zag ik grote mensen en oudere kinderen dingen doen die ik niet begreep en waar ik verdrietig van werd. Als ik om een verklaring vroeg, kreeg ik heel vaak als antwoord: ‘Omdat het nou eenmaal zo is.’ Of: ‘Omdat wij het zeggen.’
Wat te doen?
Ik begon te rebelleren, want ik wilde er niet aan meedoen. Maar ik wilde ook geaccepteerd worden. Ik wilde dat mensen me aardig vonden en ik wilde dat het me niet boeide wie wat van me vond. Ik wilde laten zien dat ik sterk en slim was en ik wilde laten zien dat ik vol angst en vraagtekens zat. Met andere woorden: ik wilde mezelf zijn, maar alleen als ik daarmee kon zijn wat ik dacht dat anderen wilden dat ik zou zijn.
Mijn worsteling bleef daar waar ik vond dat ze hoorde: in mezelf. Want het zou wel aan mij liggen dat ik me in deze wereld niet thuis voelde. Er moest wel iets mis met mij zijn dat ik dingen niet snapte. En ik stopte met vragen stellen. Ik begon te leren om zo snel mogelijk van school te kunnen, ging studeren omdat studeren is wat je doet, zocht werk omdat je werk hoort te vinden en bouwde een goed bestaan op.
Dat niet goed voelde.
Iets in mij bleef ‘Nee’ zeggen en deze Nee groeide. En groeide. En groeide. Tot ik er niet meer omheen kon.
25918.jpgWij leven in een maatschappij die niet weet wanneer meer genoeg is. De gevolgen hiervan zien we, voelen we en benoemen we steeds duidelijker. Tot in de hoogste regionen van politiek en bedrijf klinkt inmiddels door dat we zo niet verder kunnen. Toch gaat een groot deel van de mensheid door met groei, banen, koopkracht en nooit genoeg. Toch blijven mensen een spel spelen dat uiteindelijk alleen maar verliezers kent.
Waarom?
Omdat de werkelijke oorzaak van nooit genoeg voor veel mensen te dichtbij ligt. Dat is in ieder geval het antwoord dat ik in mijn ontdekkingstocht tegenkwam.
Geld, banken, bankiers en mensen met vermogen krijgen vaak de schuld van alles dat er mis is, maar met vingerwijzen vergeten we dat we allemaal participanten zijn. Dat we allemaal creëren. Dat dingen worden zoals ze zijn — en zullen blijven wat ze zijn — zolang we geloven dat ze zo zijn.
Wij zijn de verandering waar we op wachten.
Dit confronterende en bevrijdende besef is mijn dagelijkse oefening geworden en ik vind het te gek om je nu een creatieve hand te kunnen reiken.
Zodra we eerlijk durven te kijken naar geld, gaan we eerlijk kijken naar onszelf. Zodra we eerlijk naar onszelf kijken, worden we een bouwsteen voor de wereld waar we diep vanbinnen allemaal in willen leven. Dat is de hoofduitkomst van mijn onderzoek en boodschap van dit boek.
25932.jpgGeld Gaat Nooit Over Geld bestaat uit drie delen:
» Deel I, Het is niet nou eenmaal zo vertelt over mijn groeiende hang naar waarheid, het vuur dat in me oplaaide en het onderzoek dat erop volgde. Ik beschrijf wat we niet leren tijdens de economieles, mijn experimenten met geld, mijn tien maanden zonder geld en de realisatie waarin ik zou thuiskomen: dat het niet gaat om met geld of zonder geld.
» In Deel II, Business as unusual, ontaard ik de wortel van het nu nog heersende denken en handelen — een diepe overtuiging van tekort hebben en tekort zijn — om te zien wat er mogelijk wordt, wanneer we deze wortel durven aan te kijken en om te draaien.
» Deel III, Heeleconomie schetst een wereld die wél kan, biedt drie wegen waarlangs we deze wereld kunnen waarmaken en is onderbouwd met levende voorbeelden, inzichten en handvatten.
Ik geef je mijn ervaringen, mijn inspiratie en mijn visie. Voel zelf wat voor jou klopt en neem ter harte wat resoneert. Ik hoop dat mijn auws en wauws je inspireren om te varen op het diepe kompas dat in je zit, ook als iedereen om je heen dat kompas een ontzettend slecht idee vindt.
Met jou op weg,
Raymundo
Deel 1
Het is niet nou eenmaal zo
Morpheus904.jpg1. De één z’n brood
mei 2006
Het einde van mijn derde bacheloropleiding doemt op. Het wordt de eerste die ik ga afmaken. Vijf jaar lang heb ik ongeïnteresseerd edoch braaf mijn punten gehaald, hoppend van opleiding naar opleiding. Voor wat? vraag ik me nu af. En wat als ik straks klaar ben?
Ik heb geen antwoord. Van de master-opleidingen die zogenaamd op mijn bachelor aansluiten, word ik minder dan lauw. Werken dus? Leuk idee, maar waar dan? En met welk verhaal? ‘Ja, hoi, ik weet niet waarom ik hier ben. Ik weet niet zo goed wat ik kan en ook niet wat ik wil. Ik ben wel klaar met studeren. Kijk, hier is mijn diploma.’
Het is een ongemakkelijk besef, maar eigenlijk is het geen besef. Dit moment is komende sinds ik vijf jaar geleden aan mijn eerste studie begon. Nu ligt het gat echter voor mijn neus in plaats van aan de horizon. Ik kan het niet meer voor me uitschuiven.
Na een paar weken van onzekerheid en zelfs angst is er een resoluut besluit. Ik ga deze weg niet afsluiten met een onbevredigd gevoel. Ik kan — móet — hier een positieve zwengel aan geven.
Ik hoef mezelf niet aan te sporen; het besluit is er gewoon ineens. Het is niet te laat om mijn leren zelf vorm te geven.
Op een zonnige lentedag begin ik een speurtocht naar vakken die me boeien en leuk lijken. Ze blijken er te zijn, meer dan ik dacht. Ik mis alleen de juiste vooropleiding.
Eerder zou ik de handdoek nu al in de ring hebben gegooid, maar nu neem ik contact op met de hoogleraren van drie vakken die me het meeste trekken. Alle drie geven ze dezelfde boodschap: ‘Als je het er doorheen krijgt bij de examencommissie, ben je van harte welkom.’
Enthousiast schrijf ik een verzoek. De examencommissie reageert prompt: ‘Je verzoek druist in tegen deze en die regels, dus wordt niet goedgekeurd’. Ik lees de zin en mijn hoofd roept zie je nou wel dat het weer niet kan!, maar meteen daarna word ik benieuwd. Klopt dit wel?
Ik snor het examenreglement van de universiteit op. Lang hoef ik er niet doorheen te spitten: de regels waar de examencommissie zich op beroept, bestaan niet.
Ik reageer met een bezwaarschrift dat eveneens wordt afgewezen, weer op basis van regels die niet op papier blijken te staan. Ik bekijk mijn opties en blijk me te kunnen richten tot het College van Beroep voor de Examens. Dat is een soort ‘hooggerechtshof’ van de universiteit.
Tot een hoorzitting komt het niet. Een week voor de start van het nieuwe collegejaar, bijna vier maanden na mijn eerste verzoek aan de examencommissie, krijg ik een kort bericht: ‘Wij zien geen reden tot afwijzing van uw verzoek. We wensen u succes met het volgen van het door uzelf samengestelde programma.’
Ik begin aan mijn leukste schooljaar ooit. Voor het eerst voelt studeren als mogen in plaats van moeten. Voor het eerst zijn de cijfers die ik haal (de hoogste ooit) een teken van enthousiasme. Gaandeweg voel ik een kracht in me opwellen. De kracht om te gaan voor iets dat levendig voelt, zelfs wanneer anderen zeggen dat het niet kan.
Anderhalf jaar later is het januari 2008 en ben ik klaar, afgestudeerd, met lof. De wereld ligt aan mijn voeten. Als ik iets wil, dan kan ik het. Let’s go.
12 april 2009
Op 2 maart begonnen we. Ze hadden mij (mij!) gevraagd om de kar te komen trekken. Mijn geluk kon niet op. Ik had namelijk net bedacht dat het mijn droom was om een startup-avontuur te beginnen. Om samen met andere jonge honden toffe dingen op te zetten. Om het internet op te schudden en de wereld te veroveren. Nu werd me ineens een avontuur in de schoot geworpen dat dit allemaal beloofde. Ik zei ‘ja’ en zou ze wel even laten zien hoe je dat doet, de kar van een avontuur trekken.
Het avontuur heet Buzzplaces. Buzzplaces moet een website worden die mensen een inkijkje bij bedrijven geeft. Een echt inkijkje. Waarom? ’Omdat we voor alles waar we benieuwd naar zijn, tegenwoordig van tevoren een indruk kunnen krijgen’, vertelde Steven me vlak voordat hij me als kartrekker vroeg. ‘Vakantiebestemmingen, restaurants, huizen die te koop staan, films in de bioscoop, noem het maar op: dankzij internet wordt alles transparanter.’
Het presentatiescherm aan de muur toonde foto’s van vakantiebestemmingen, restaurants, huizen en films. Ineens werd het scherm zwart en zaten we in een donkere ruimte. Ik wendde mijn blik weer naar de mannen die tegenover me zaten.
‘Alles wordt transparanter,’ herhaalde Steven, ‘behalve werk en werkgevers. Vacatures en jobsites vertellen bijna allemaal hetzelfde verhaal. Als werkzoekende weet je dus nauwelijks met wat voor bedrijf je te maken hebt. Totdat je op gesprek gaat. Maar omdat je op internet alleen maar nietszeggende informatie tegenkomt, is de kans dik dat je wél bij bedrijven langsgaat die niet bij je passen en níet bij bedrijven die wel bij je passen.
‘Wij vinden dat gek. Hoe kan het, met alle technologie waar we tegenwoordig over beschikken, dat we voor iets dat zo’n grote rol in ons leven speelt nog steeds in het duister tasten wanneer we ernaar op zoek gaan?’
De ruimte lichtte weer op. Ik keek naar het scherm en zag blauwe letters op een witte achtergrond.
‘Buzzplaces is een werknaam’, zei Michel. ‘We weten nog niet wat de naam gaat worden. Wat we weten is dat we een soort Facebook voor bedrijven willen maken, maar dan anders dan Facebook. En anders dan LinkedIn, want LinkedIn vinden we saai. Mensen moeten via foto’s, video’s en recensies kunnen zien hoe het er echt aan toe gaat binnen een bedrijf. Zodat we mensen ook écht kunnen helpen bij het vinden van hun droombaan.’
‘We gaan dit sowieso doen,’ vulde Steven aan, ‘want we geloven hierin. En hoe we het gaan doen, geen idee, maar hier móet een businessmodel omheen te bouwen zijn. Ons team is enthousiast en jij bent de eerste buiten ons bedrijf die we hierover vertellen, omdat we het liefste jou als kartrekker hebben.’
Oké, even stoppen. Wie zijn Steven en Michel? Dat wist ik ook niet, niet echt. Steven had ik één keer eerder ontmoet en Michel kende ik nog geen tien minuten. Zij wisten blijkbaar wel wie ik was, want ze vroegen mij (mij!) om hun nieuwe kar te komen trekken.
Ik stuiterde bijna van mijn stoel van enthousiasme. Ik voelde me gevleid en de krachtstroom gierde door me heen. Dit was alles wat ik wilde en ineens lag het voor het oprapen!
We spraken af dat ik er een weekend over zou slapen. Ik wist al dat ik ‘ja’ ging zeggen.
Ik was aan Steven gekoppeld door een vriend die me hoorde praten over mijn net bedachte startup-droom. We ontmoetten elkaar in een voormalig bankgebouw dat nu dienstdoet als anti-kraakkantoor. Ik was meteen betoverd. Steven praatte zoals ik mensen nooit hoorde praten en luisterde zoals ik niet wist dat mensen konden luisteren. Wanneer er niets meer uit mijn mond kwam, leek hij simpelweg te wachten tot er woorden uit hem kwamen.
Stevens idee is dat als je de juiste mensen onder de juiste voorwaarden bij elkaar zet, dat talent zich maximaal ontplooit, vanzelf. Vanuit deze visie startte hij een ondernemerscollectief onder de naam Yaiks. Yaiks, omdat ondernemen ook onder de juiste voorwaarden spannend blijft.
Steven vroeg hoe het me was vergaan sinds mijn afstuderen. Ik vertelde dat ik als freelancer aan de slag was gegaan bij een organisatie waar ik eerder stage had gelopen, om ondertussen uit te vogelen bij welk groot commercieel bedrijf ik het klappen van de zweep zou gaan leren. Dat uitvogelen had geleid tot het besef dat ik helemaal niet bij een groot commercieel bedrijf met zwepen wilde klappen.
‘Wat zou je het liefste willen?’ vroeg Steven na weer een stilte.
—‘Hier zijn.’
De woorden verstomden me. Ze waren eruit voor ik ze had kunnen bedenken. Zoiets had ik nog nooit gezegd. Ik snapte het ook niet. Wat wist ik nu van Yaiks? Ik was er net een uur!
Ik gaf geen verdere uitleg en ook dat voelde nieuw. Er was een warm, logisch gevoel en dat was genoeg. Ik wilde hier zijn, punt.
Steven leidde me rond in het kantoor en stelde me voor aan zijn mede-ondernemers. Twee uur na de start van onze afspraak namen we afscheid. Met een omhelzing. Weer iets nieuws, een man omhelzen. Weer dat warme, logische gevoel.
We hadden afgesproken om niets af te spreken. Een maand later kreeg ik een mail van Steven. Of we elkaar nogmaals konden ontmoeten. Voor de vorm zei ik ‘ja’. Een vriend had me net een baan aangeboden en die ging ik aannemen. Mijn tweede ontmoeting met Steven zou voor nu de laatste worden.
‘Goed dat je het zegt Mundo’, zei hij toen we aan tafel zaten. ‘Nou, misschien kunnen we je nog overtuigen. Loop je mee?’
Mijn hart begon te bonzen. Overtuigen? vroeg mijn hoofd. Man, klinkt belangrijk!
Steven ging me voor naar een donkere presentatieruimte. Daar, op een ovalen tafel in het midden, stond een opengeklapte laptop en een zoemende projector. Ik werd voorgesteld aan Michel, mede-eigenaar van MARS media, één van de startups in het Yaiks-collectief. Een maand later nam ik vol zin, tsjakka en yeehaa plaats achter mijn nieuwe bureau.
Vandaag is het zes weken later en weet ik niet waar ik de zin, tsjakka of yeehaa vandaan moet halen. Ik zit aan mijn bureau en heb een groot stuk papier in mijn handen. Notities van een brainstormsessie twee dagen geleden. De woorden en letters zouden me iets moeten zeggen (het was tenslotte een brainstormsessie), maar ik zie ze vooral dansen en draaien. Mijn handen voelen klam aan en geven af op het papier. Mijn buik doet pijn en ik voel zweet uit mijn oksels komen. Net was ik wezen poepen, hopende daarmee de buikpijn op te lossen, maar het poepen ging niet. Poepen gaat al dagen niet.
Gisteravond was er paniek, vannacht kon ik niet slapen en vanochtend ging ik toch naar de yogales. Daar werd ik weer helemaal tsjakka. Gelukkig, dacht ik, ik kan er weer tegenaan. Met frisse moed en toffe ideeën haastte ik me naar kantoor. Vlak voor aankomst was er weer paniek.
Tsjakka, paniek, tsjakka, paniek en zo gaat het al weken.
Toen de brainstormsessie eergisteravond was afgelopen en iedereen behalve ik was vertrokken, belde ik papa. Het was middernacht, maar papa nam meteen op. Ik wist niet wat te zeggen, begon te huilen en vroeg snikkend of ik langs mocht komen. Drie kwartier later deed hij in zijn badjas de deur voor me open. Ik voelde me bezwaard en dankbaar.
Papa maakte een kop thee en we gingen zitten. Ik wist niet waar te beginnen. Hij stelde vragen en ik fabriceerde antwoorden die niet als antwoorden voelden.
‘Mundo,’ zei hij na een half uur, ‘heb je niet gewoon een vakantie nodig?’
—‘Nee, ik ben net op vakantie geweest.’
Dat was het zoveelste robot-antwoord. ‘Man heeft geen vakantie nodig wanneer man net vakantie heeft gehad.’ Papa stopte met vragen en ik vond het wel weer welletjes. ‘Dank je wel pap, dat ik langs mocht komen.’
Uitgeput fietste ik naar huis en dook mijn bed in. Morgen weer een dag, dacht ik.
Gisteren was het weer zo’n dag.
Vandaag lijkt het weer zo’n dag te worden.
Ik leg het brainstormvel neer. Even een rondje lopen, eentje. Ik ben hier om een kar te trekken dus ik kan niet te lang rondjes lopen. Terug bij het bureau maan ik mezelf tot actie. Kom op! Brainstormvel pakken en concentreren, ik kan dit! Ik ga zitten, voel buikpijn en zweet en zie de woorden en letters dansen en draaien.
Wat de fuck is er aan de hand?! Dit is toch wat ik wil?
Ik hoor schoenen over het voormalige bankierstapijt de ruimte in lopen. Ik kijk op en zie Steven. Naast hem loopt iemand die ik niet ken. Ze lopen me voorbij. Stevens ogen kijken me even aan. Ik zie een glimlach verschijnen en
Wat? Hoor ik hem gniffelen? Loopt Steven naar me te gniffelen?
Mijn hoofd loopt rood aan en dat wil ik niet voelen, dus buig ik me weer over het vel. Ik staar en staar en alles tolt. Kom op kom op kom op alsjeblieft kom op!!!
Ineens is het stil.
‘Laat maar los.’
Wat de…?
‘Laat maar los.’
De woorden komen niet van buiten. Ik heb ze ook niet gezegd of gedacht. Toch zijn ze er, zacht en duidelijk.
‘Laat maar los Mundo, je hoeft niet meer.’
Mijn handen laten los en het vel valt op mijn bureau. Ik sta op en loop richting de keuken. Tenminste, mijn benen lopen naar de keuken. Ik zou niet weten wat ik daar nu zou moeten.
Voor de keuken staat Steven. Hij praat met een collega. Ik wacht. De collega loopt weg en Steven kijkt me aan.
‘Steven, kunnen we even buiten gaan zitten?’
—‘Ja, natuurlijk.’
Ik leid ons naar een nooduitgang, duw de deur open en betreed een groot, verhoogd terras met aan de rand een noodtrap naar beneden. Ik zet mijn voeten op de eerste trede van de noodtrap en ga zitten. Steven neemt naast me plaats en blijft stil. We kijken uit over een Amsterdams bedrijvenpark. Ik weet niet waar te beginnen maar dat maakt niet uit. De woorden komen vanzelf.
25151.jpgIk begin te huilen. Ik huil van verdriet en van opluchting. Dit is misschien wel het meest ware dat ik ooit heb gezegd. Mijn hoofd valt op Stevens schouder en hij slaat een arm om me heen.
‘Ik kan niet meer…’ snik ik, ‘ik wil niet meer.’
Opnieuw hoor ik een gniffel. Volgens mij is het geen afzeik-gniffel; het klinkt als een ‘ik snap je’ gniffel.
—‘Wil je terug?’ vraagt hij na een poos.
Mijn hoofd snapt de vraag niet. Ik wel.
‘Nee, ik wil niet terug.’
Ik voel iets dat ik niet begrijp
en tegelijkertijd volledig snap.
Ik ben het normaal gaan vinden om te rennen en te presteren. In veel gevallen voor zaken waar ik niets bij voel. Alles om de wereld te laten zien dat ik meetel, er bij hoor en een tof leven leid. Nooit heeft dat normaal gevoeld en nooit heb ik het echt gewild. Ik durf het alleen nu pas toe te geven.
Maar waar geef ik aan toe? Is wat ik voel waar? Of ben ik gek aan het worden?
Ik weet het niet.
Steven weet het wel. Aan de rand van de trap vertelt hij over eenzelfde ervaring die hem is toegevallen. Hij is blij voor me dat het mij nu ook overkomt. ‘Mundo, dit is waar Yaiks over gaat. Dat mensen zichzelf ontdekken.’
Ik ben blij voor Steven dat hij blij voor me is, maar voor mezelf… Dit niet-begrijpende en wel-snappende gevoel gaat dieper dan ik me kan heugen. Er is opluchting en zelfs een vleug verheuging. Alsof ik aan de rand sta van iets waar ik mijn hele leven al naar verlang. Dat voelt vertrouwd en tegelijkertijd nieuw.
Ik weet niet wat nu komen gaat. Ik ben bang.
‘Houd je van esoterische boeken?’
Dit is de vraag die mijn allereerste psycholoog me vorig jaar stelde. Ik had geen idee wat ‘esoterisch’ betekende, maar hield me van de slimme: ‘Nee, dat is niet zo mijn ding.’
Ik vervolgde met een uitgebreide verhandeling over een boek dat ik aan het lezen was en waarom ik dat zo’n tof boek vond. De psycholoog leek weinig onder de indruk.
‘Misschien wil je De Kracht van het Nu eens proberen’, zei ze nadat ik klaar was. ‘Ik vind het een heel sterk boek en het kan je wellicht helpen. Het is geschreven door Eckhart Tolle.’
Ik kocht het boek en nam het mee naar een terras in het Vondelpark. Daar bestelde ik een glas bier, sloeg het boek open, las wat regels, praatte wat met een vriendin die naast me zat en las nog wat regels. Om ons heen renden joelende en schreeuwende kinderen.
Deze Eckhart loopt compleet te tollen, besloot ik na een derde set regels. Wát een gezwam. Het boek verdween in de kast en drie psychologen-sessies later vond ik mezelf weer helemaal op de rit staan. Dag psycholoog.
Nu, met de noodtrap kersvers in mijn geheugen, voel ik geen drang om me van de slimme te houden. Ik weet niet wat ‘esoterisch’ betekent. Ik weet ook niet wat ‘holistisch’ betekent. Maar op aanraden van Steven ga ik wel naar een holistische therapeut.
De therapeut heet Korrie. Als ze de deur voor me opent, ontmoet ik een kloeke vrouw van in de vijftig met grijszwart krullend haar. Boven haar voorhoofd pronkt een witte pluk. Achter een bril zie ik twee wakkere pretogen.
Korrie gaat me voor naar haar praktijkruimte en nodigt me uit op de bank. Ze gaat niet tegenover maar naast me zitten. We hebben elkaar al even gesproken aan de telefoon, dus ze weet een beetje wat er aan de hand is.
‘Hoe is het nu met je?’ vraagt ze.
—‘Goed!’
Dat is al jaren mijn standaard antwoord, maar vandaag niet. Ik kijk Korrie aan en weet niet wat te zeggen. Ze pakt een stuk papier en begint te tekenen.
25169.jpg‘Dit is het Matje’, zegt ze. ‘Wij mensen worden allemaal op ons Matje geboren en als baby weten we niet beter dan op ons Matje zijn. We worden moe, gaan slapen, worden wakker, hebben honger — ‘Wèèèèèèh!’ — krijgen eten, worden weer moe en gaan weer slapen.’
25183.jpg‘Kinderen bewegen dag en nacht op hun Matje. Maar wat is nu het drama van de mensheid? Doorslaan. Óf mensen doen ontzettend hard hun best — en dan doen ze het goed want: ‘Góed zo! Díe doet goed z’n best!’ — of ze geven het op en dan doen ze het fout, want als je je best niet doet dan ben je fout: ‘Nee, dóórgaan! Hup!’
Korrie beweegt haar pen naar de bovenkant van het vel. ‘Boven het Matje denken we niet na, zijn we kip zonder kop. En als we te hard kippen zonder kop, worden we manisch. Onder het Matje zijn we kop zonder kip en doen we niets anders meer dan denken. En als we te hard gaan nadenken, voelen we niet meer, worden we depressief.’
25200.jpg‘Omdat kinderen leren van hun ouders, gaan ze onbewust gedrag ontwikkelen om te krijgen wat ze willen. Dat gedrag noemen we ego
en dat werkt, een hele tijd. Totdat het niet meer werkt. Ze worden ziek, branden op en floep’ (Korrie’s pen schiet naar de onderkant van het vel) ‘ze vallen in één keer tot onder het Matje en hebben nergens meer zin in: Láát die buitenwereld maar…
’
Nu beweegt de pen van onder naar boven en weer terug. ‘Heel veel mensen schieten continu van de ene naar de andere kant. Onder het Matje doen ze negatief en kritisch, kijken ze alleen maar naar hoe anderen het doen en zeggen ze: Ik bén nou eenmaal zo!
. Boven het Matje zijn ze heel emotioneel, hebben ze nergens tijd voor, ontploffen ze en doet de wereld nooit wat ze willen: Help nou mééhéé!
’
Korrie kijkt me aan. ‘Het mooie van op je Matje zijn, is dat je in contact bent. Con-tact betekent letterlijk met-gevoel
. Op het Matje ontwikkel je, leer je, voel je en weet je nooit zeker waar je over een jaar zult zijn. Van het Matje af stagneer je en wil je altijd zeker weten waar je bent en morgen zult zijn. Het Matje is dus een open, vrije, benieuwde ruimte. Ik help mensen door ze op hun Matje uit te nodigen.’
Mijn hoofd kan het nauwelijks volgen, maar van binnen is er een verlossende zucht. In mijn keel bloeit een roos op. Tranen wellen op. Ik laat ze toe.
—
Korrie zal één van de mensen worden bij wie ik mag ontdekken dat het lichaam een poort is. Massage, fysieke bewustzijnsoefeningen en groepswerk helpen me om te voelen wat ik voel, in plaats van te denken wat ik voel, of vind, of moet. Ik beleef eureka-momenten en die zijn tof. Ja, nú snap ik het! jubel ik dan van binnen. Even later snap ik er weer niks van.
Ik ben mijn houvast kwijt. Prestatie, erkenning en de verhalen die ik mezelf aanpraatte over goed en creatief bezig zijn, bieden niet wat ik onbewust dacht dat ze me boden. Alles dat zeker leek, wankelt. Alles dat lekker ging, gaat niet meer.
Racefietsen bijvoorbeeld. Kortgeleden sjeesde ik nog volop mee met een wekelijkse tour de force. Succes ontleende ik steeds meer aan de kunde waarmee ik anderen in het snot reed, niet aan het plezier dat ik aan fietsen beleefde. Toen kwam de dag dat ik met Steven aan de noodtrap zat. Bij de eerste fietsronde daarna val ik vrijwel meteen uit het peloton. Stilletjes kom ik aan bij het café waar we aan het eind altijd koffie drinken. Iedereen zit al aan zijn tweede of derde bak.
‘Wat is er met jóu aan de hand?’ klinkt verbaasd uit de groep.
—‘Ik had geen zin.’
Ik zeg het zonder iemand aan te kijken. Meer vertel ik niet.
Een paar keer fiets ik nog mee, maar ik weet niet meer waarom. Mijn lijf ook niet. Elke halfbakken poging om toch in de race te blijven, doet mijn spieren vol in het zuur schieten. ‘Basta!’ lijken ze te zeggen.
Ik stop met racen. Ik stop met een hoop dingen. Aan vrienden die het willen weten, leg ik mezelf uit. Dat ik niet meer kan doen alsof ik het allemaal zo leuk vind, maar ook niet weet hoe dan wel te doen. Soms is er een zucht van herkenning, soms volgt er een oprecht gesprek en soms wordt daarin zelfs gelachen. De meesten kijken me echter glazig aan. Ze willen het niet snappen of kunnen het niet snappen. Ik kan ze geen ongelijk geven, want om nu te zeggen dat ik het snap…
Eén ding is duidelijk en boezemt me tegelijkertijd angst in: bijna niets van alles waar ik kortgeleden nog volop aan meedeed, zegt me nog iets. Racefietsen, bier drinken, het nieuws volgen, meepraten over dingen waar ik vind dat ik verstand van heb (of moet hebben), feestjes bezoeken en een ‘sociaal’ leven leiden: alle bouwstenen van mijn leven tot nu beginnen weg te vallen.
De ruimte die het afbrokkelen vrijmaakt, voelt rete-oncomfortabel. Ik weet niet wat ik ermee aan moet. Dat wil ik wel weten en een beetje rap graag. Dus ik zoek en zoek en zoek en vind in spiritualiteit mijn nieuwe houvast, denk ik. Spirituele uitspraken en woorden die verheven klinken, praat ik zo verheven mogelijk na. Soms doe ik dit nadat ze me echt geraakt hebben, soms omdat ik vind dat ik geraakt moet zijn.
‘Je hangt prachtige posters aan je muur Mundo,’ zegt één man die ik in mijn wiebelen ontmoet, ‘vooral die van Buddha vind ik leuk. Je zoekt het alleen nog steeds buiten jezelf.’
Hij slaat de spijker op z’n kop, maar daarmee stopt het zoeken naar de echte, authentieke Mundo niet, en boegbeeld van mijn zoektocht is Steven. Steven weet hoe de wereld in elkaar zit en hoe ik in elkaar zit, beter dan ik. Ik luister naar Steven, volg Steven, mediteer met Steven, praat als Steven en doe als Steven.
En ik ga door met online ondernemen, want dat is wat ik wil.
O ja?
13 maart 2010
Ruim een jaar wiebel ik nu rond bij Yaiks. De kar die ik zou komen trekken, heet niet langer Buzzplaces maar Wovox. Wo voor ‘Workplace’ en vox voor ‘stem’. We willen plekken waar mensen werken een stem geven. Een echte, eerlijke stem.
Er is een eerste website met daarop een eerste rits bedrijfsprofielen. Van klanten is alleen nog geen sprake: alle foto’s en video’s op Wovox.com komen van het internet. Ook een businessmodel hebben we nog niet. Wovox wordt vooralsnog gefinancierd door de websites die Michel en zijn team voor klanten bouwen. Mezelf betalen doe ik met mijn spaargeld.
Wat als mijn spaarpot leeg is voordat we ontdekken hoe we mensen binnen bedrijven die echte, eerlijke stem gaan geven én daar geld mee gaan verdienen? Ik heb geen idee en ga me daar vandaag ook niet druk om maken. Het is zaterdagochtend, ik kom net van een ontspannende yogales en sta in de rij voor een brood.
Ik aanschouw de meute voor me en het personeel van de bakkerij en denk: Grappig… het is onwijs druk en toch is er rust. Elke klant bij de toonbank heeft een rij wachtenden achter zich. Toch wordt iedereen aandachtig bediend en krijgt elke vraag uitgebreid antwoord.
Dit is niet mijn eerste keer bij deze bakker en ik weet dat dit brood het wachten waard is. Maar nu pas valt me op dat de zaak iets bijzonders ademt, meer dan alleen de geur van vers brood. Mijn ogen gaan door de ruimte en ineens denk ik wat als ik nu…
Zal ik het doen?
…
Ik doe het.
Mijn rugtas gaat open, mijn kleine camera komt tevoorschijn en ik begin foto’s te maken. Terwijl ik door de lens kijk, voel ik me bekeken. Alsof ik iets heel stouts doe. Dan, ineens, staat hij voor mijn neus.
25224.jpgFred Tiggelman, eigenaar van de bakkerij. Ik herken hem van de foto’s aan de muur. Hij kijkt me onderzoekend aan en ik kijk als een betrapt jongetje terug.
‘Ja, ik zag je foto’s maken’, zegt hij met een rustige, ietwat serieuze blik. ‘Wat is je interesse?’
Ik voel mijn hoofd rood worden. ‘Ehm, ik ben bezig met een website die mensen een kijkje in de keuken van bedrijven geeft. Een echte kijk, zodat ze makkelijker hun droombaan kunnen vinden. Ik wil ook inspirerende bedrijven tonen en vandaag voelt dit als een inspirerend bedrijf.’
—‘Nou, kom dan maar even mee.’
Fred opent de lage deur die tussen ons in staat, ik stap achter de coulissen van de winkel en krijg een ongeplande en persoonlijke rondleiding bij Hartog’s Volkoren Bakkerij & Maalderij. Van de eigenaar zelve, op het drukste moment van de week. Ik ontmoet personeel, maak foto’s van de ovens en deegmachines, stel vragen, luister en stel meer vragen. Dan vraagt Fred of ik wil meelopen naar de Boterhammenzaak. Die is sinds vorig jaar open en ligt om de hoek van de bakkerij.
Bij de ingang zie ik een bak met paraplu’s. ‘Leenparaplu’ staat er op het kaartje dat aan elke paraplu hangt. Binnen word ik begroet door een bord:
‘Wat leuk’, zeg ik.
—‘Ja, er is al genoeg verplicht.’
‘We hebben hier gratis Wifi en je mag je eigen eten en drinken nuttigen’, vult Fred aan. ‘Ja, oké, als je nu elke dag de hele dag met je laptop bij ons komt zitten zonder iets te bestellen… ja, dan zeggen we daar misschien wel iets van.’
Dit is geen boterhammenzaak, denk ik, dit is een kunstenaarsatelier en een sociaal experiment.
Fred vertelt dat hij het familiebedrijf in 1997 heeft overgenomen. Niet op advies van zijn adviseurs, maar op advies van zijn enthousiasme. Hij is de zevende generatie eigenaar en de eerste die van buiten de familie komt.
‘Ik geloof niet in businessplannen’, zegt hij terwijl hij een boterham voor me smeert. ‘Ik heb er nog nooit één gemaakt. Die dingen duwen je een kant op en laten nul ruimte voor verandering.
‘Toen we begonnen aan de boterhammenzaak hadden we geen idee hoe we de boel zouden inrichten. Eerst moest het oude interieur eruit. Pas in de lege ruimte kreeg ik een beeld. Daarna waren het gewoon kleine stapjes. De keuze voor een vloer kwam bijvoorbeeld toen ik ergens binnenliep waar ze precies een vloer hebben die ik mooi vind. Dat soort dingen kun je niet plannen.
‘Vlak voor de zomer van vorig jaar waren we klaar. Ik twijfelde of we meteen open zouden gaan, maar ik wilde op vakantie dus het werd zes weken later.
‘Ik werk 45 uur per week, meer vind ik niet nodig. Ik ga van Hartog’s ook geen franchise of keten maken. Dat zou makkelijk kunnen, maar ik wil de zaak dichtbij houden. Het moet persoonlijk blijven. Het brood moet echt zijn.
‘Onze recepten hangen aan de muur en je vindt ze in onze boeken. Daarnaast organiseren we regelmatig baklessen, maar niet voor grote groepen. Ik wil dat mensen komen om iets te leren en niet alleen om lol te trappen met vrienden. Ja, want ik zat een keer in de auto en hoorde op de radio dat er duizenden ontslagen aan zaten te komen. En toen dacht ik: Ja, misschien moeten we ook eens iets terugdoen. Dus als je ons brood niet meer kunt kopen, kun je het in ieder geval zelf maken.’
Ik ben een spons die zich volzuigt met inspiratie. Wat een passie, wat een overvloed, wat een consumptie niet verplicht!
Ver na het middaguur neem ik afscheid van iemand die me anderhalf uur lang zijn onverdeelde aandacht heeft gegeven. Geen één keer wilde hij weten of ik wel ‘legitiem’ ben en of de rondleiding hem iets zou opleveren. Vervuld loop ik naar buiten.
O nee, wacht